Spelen met geweerschoten

Fundament onder een grootse carrière

Spelen met geweerschoten

Voor sportmensen is 1972 een bijzonder jaar. De Olympische Spelen in München staan op de rol. Naar dat vierjaarlijkse evenement wil iedere topper en zeker Hennie Kuiper. ‘In dat jaar bereidde ik mij serieuzer voor dan ooit. De Spelen: daar wilde ik absoluut heen. Ik moest zo goed rijden dat de mensen van de bond niet om mij heen konden. De Olympische arena: daar droomde ik van.’ Behalve de Spelen, is er voor hem nog een belangrijke gebeurtenis: hij wil dat jaar trouwen met zijn jeugdliefde, Ine Nolten (1948, voluit Geziena Maria Theresia). Als datum kiest het jonge paar woensdag 28 juni, middenin het seizoen. Daar zullen de keuzeheren niet blij mee zijn. Wanneer hij zijn plannen aan Joop Middelink vertelt, moppert de bondscoach. De gezette Amsterdammer gaat toch akkoord. Ieder ander zou hij uit de selectie hebben gezet, maar de consciëntieuze Kuiper handhaaft hij in zijn keurcorps. Op de huwelijksdag komt de complete selectie, die eerder die dag een wedstrijd heeft gereden, het feest opluisteren. ‘Geweldig was dat.’ De verse bruidegom toont het weekeinde nadien dat het huwelijk zijn vorm geenszins heeft aangetast: hij rijdt in een criterium in Beltrum naar de tweede plaats, achter de Achterhoeker Albert Scheffer.

Er zijn twee kansen om als wegrenner deel te nemen aan de Spelen: de wegwedstrijd en de 100-kilometerploegentijdrit; vier startplekken voor iedere discipline. In de weken voor de Spelen wordt al snel duidelijk dat er nog maar twee startplekken te vergeven zijn. Voor de ploegentijdrit zijn Fedor den Hertog, Cees Priem en Aad van den Hoek zeker van hun plaats. Voor de wegwedstrijd staat de keuze van Den Hertog, Priem en Piet van Katwijk vast. De vierde man voor de ploegentijdrit moet komen uit enkele voorbereidingswedstrijden. Hennie overtuigt de bondscoach. Dat gebeurt in de laatste selectiewedstrijd, waarin het tussen Hennie en Frits Schür gaat. ‘Ik zorgde ervoor iedere keer wanneer ik op kop kwam zo’n vijftig meter langer kopwerk te verrichten dan de anderen.’ Nooit in mijn leven was ik zo kapot. Spierpijn over heel mijn lijf,’ De pijn betaalt zich uit in een definitieve selectie. Hennie mag de ploegentijdrit rijden. Tijdens de Olympische 100 kilometer wordt de ploeg gevolgd door een auto waarin naast de coach onder andere ook de chef d’équipe – oud-sprintkampioen Arie van Vliet – heeft plaatsgenomen. De ploeg is in een vroeg stadium Aad van den Hoek kwijtgeraakt door materiaalpech en moet met drie man verder. Kansloos normaal gesproken. Maar met name Hennie sleurt zo hard op kop, dat de ploeg toch in de medailles rijdt: brons.

Stommiteit

Van Vliet informeert bij Middelink: ‘Je hebt die Hennie Kuiper toch wel geselecteerd voor de individuele wedstrijd?’ De coach kan er dit keer niet omheen. Het ticket is binnen. Dat de 100-kilometerploeg nadien nog in de problemen komt doordat ploegarts Ab Rozijn de stommiteit heeft begaan het door het IOC verboden middel Coramine in de bidon te stoppen, speelt geen rol bij de selectie voor de individuele wegwedstrijd. Coramine is een product dat de vermoeidheid tegen gaat. Aad van den Hoek, die door pech de koers moest verlaten, wordt na afloop betrapt op het gebruik van het verboden product. Het is vreemd dat in de urine van het trio dat de koers wel uitreed – Kuiper, Den Hertog, Priem – geen verboden stof wordt aangetroffen. Aad van den Hoek weet zeker dat de bidons van de andere drie renners dezelfde inhoud hadden. ‘Ik heb, nadat ik was uitgevallen, wat uit de bidon gedronken. Daar zat dus Coramine in, zonder dat ik het overigens wist. Dokter Ab Rozijn had dat erin gedaan met de opdracht halverwege de koers uit de bidon te drinken. Maar ik kwam niet eens halverwege. Bij mij bleef het dus in het lichaam. De inspanningen die de anderen moesten leveren zullen ertoe hebben geleid, dat de sporen van die Coramine al zover waren verdwenen dat ze bij de controle niet meer werden opgemerkt.’

Het probleem was dat Coramine bij de wereldwielerbond (UCI) niet op de lijst met verboden producten stond, maar bij het IOC wel. De arts Rozijn is uitgegaan van de UCI-lijst en heeft niet de IOC-lijst geraadpleegd; een onvergeeflijke blunder.

Overigens speelt vier jaar eerder, bij de Spelen in Mexico, een soortgelijke kwestie bij de 100-kilometerploeg. Daar dient de Limburgse soigneur Sjeng Collard het winnende kwartet René Pijnen, Joop Zoetemelk, Jan Krekels en Fedor den Hertog, het verboden hormoonpreparaat Deca Durabolin toe. Bij de dopingcontrole gaan de vier nog vrijuit, maar enkele dagen later komt naar buiten dat Collard willens en wetens Deca Durabolin heeft geïnjecteerd bij de renners. De Chef de mission van de Nederlandse afvaardiging, A.F.H. Dokkum, stuurt Collard naar huis. Het IOC wordt op de hoogte gesteld van de toediening van Deca Durabolin. De vraag is: zal het IOC de Nederlanders diskwalificeren? Het hoofd van de medische commissie van het IOC, Alexandre prins De Merode consulteert de leiders van de Nederlandse ploeg en komt na afloop met een verklaring. ‘De tegenwoordig gebruikte omschrijving doping stelt slechts het gebruik van die stimulerende middelen strafbaar die door de gevolgde onderzoekingsmethoden worden aangetoond. Een logisch gevolg van dit standpunt is dat de medische commissie van het IOC geen maatregelen kan nemen tegen het toedienen van hormoonpreparaten, ook niet in het geval dat deze niet zijn toegediend met de vooropgezette bedoeling een genezing te bewerkstelligen.’

Het gouden kwartet in Mexico gaat vrijuit. En de vier van München? Erg duidelijk is het allemaal niet. Het München-kwartet wordt uit de uitslag geschrapt, net als de Spanjaard Jaime Huélamo, die vanwege Coraminegebruik zijn derde plaats in de door Hennie Kuiper gewonnen individuele wegwedstrijd kwijtraakt. Maar zes weken na de Spelen krijgen de renners wel een officieel diploma door het IOC thuisgestuurd. Van den Hoek: ‘En een diploma betekent toch dat je geslaagd bent? De medaille hangt nog bij mij thuis, net zoals bij mijn drie ploeggenoten van toen. Zulke zondaars waren we niet.’ De focus van de vier geselecteerden is vanaf de ploegentijdrit gericht op de wegwedstrijd. Voor Hennie is de selectie op zich al een droom. In de week die hem nog scheidt van het startschot traint hij ’s morgens en ’s middags met de ploeg. In de avonduren gaat hij met de ploeg naar de baanwedstrijden. ‘Ik heb een geweldig mooie achtervolging gezien met onder anderen Knut Knudsen. Dat zou mij later in de wegkoers nog van pas komen.’

Hennie leeft op een roze wolk. De doorgaans introverte Twent groeit niet alleen fysiek, maar ook mentaal naar zijn supervorm. Streekgenoot Bert Boom – in 1969 wereldkampioen achter grote motoren – fungeert die jaren als conditietrainer van Twentse wielrenners. Hij typeert Hennie als een formidabele doorzetter, als iemand die zich spiegelt aan anderen en uit de lessen van collega’s datgene pikt dat hem beter kan maken. ‘Kuiper was erg serieus. Hij pakte op tijd zijn rust en daar heeft hij zijn hele carrière door profijt van gehad.’ Hennie herinnert zich een halve eeuw later de woorden van Sanne Wevers, de gouden turnster van Rio de Janeiro 2016, die de avond voor de beslissende dag vol zelfvertrouwen tegen haar vader en coach zegt: ‘Ik ben er klaar voor.’ Dat gevoel herkent Hennie van zijn Olympische dagen van toen. Niet dat hij zeker is van de overwinning, want dat kun je in een koers met 162 concurrenten onmogelijk voorspellen. ‘Maar ik had er zóveel zin in…’

Zwarte September

Maar dan. In de nacht van 4 op 5 september 1972 klimmen mannen van de Palestijnse terreurorganisatie Zwarte September over de hekken van het Olympisch dorp en nemen leden van de Israëlische ploeg in gijzeling. Er vallen schoten, er vallen doden. Beelden van dit drama gaan de wereld over. Iedereen is in shock.

De meeste sporters horen pas na het ontwaken dat er iets schokkends is gebeurd. Sommigen hebben schoten gehoord, veel anderen zijn dwars door het geknal heen geslapen. Op weg naar de eetzaal dringt langzaam maar zeker de bizarre werkelijkheid tot de coureurs door. Ze zien zwaarbewapende, gemaskerde mannen, die hen tot spoed manen. Doorlopen, want er kan geschoten worden. In de eetzaal krijgen ze te horen: er is vannacht een overval geweest en er is gevochten. Bondscoach Middelink wil zijn mannen bij de sportles houden. ‘Kom jongens, gewoon trainen.’ Hij denkt ook aan zijn eigen missie: zo goed mogelijk presteren met de ploeg. En dus wordt er zo weinig mogelijk verteld over het drama dat zich enkele honderden meters verderop afspeelt. Er wordt gefietst, maar wanneer de geselecteerden terugkeren, is het Olympisch dorp veranderd in een vesting. Overal tanks en soldaten. Er wordt scherp gecontroleerd

Stukje bij beetje horen de renners iets over de toedracht. Een worstelaar is doodgeschoten. ‘Erg natuurlijk,’ vindt Hennie, ‘maar hoe gaat het nu verder met de Spelen? Wordt het hele gebeuren afgelast? Is al die training, zijn al die opofferingen voor niets geweest?’ De wielrenners – en zij niet alleen – zijn zo gefocust op de Spelen dat zij alles wat buiten de sport gebeurt, als de ver-van-mijn-bed-show beschouwen. De realiteit wordt uit het oog verloren. Het overlijden van een tweede Israëli wordt gemeld. De gijzeling van negen Israëli’s eindigt ’s nachts in een bloedbad op het militaire vliegveld Fürstenfeldbruck. Elf leden van het Israëlische team vinden uiteindelijk de dood. Vijf Arabische terroristen worden dodelijk gewond in een vuurgevecht. Een Duitse politieman komt tijdens de actie om. In het Nederlandse kamp wordt gesproken over sporters die naar huis willen. Net zoals het overgrote deel van de Nederlandse delegatie piekert Hennie er niet over huiswaarts te keren. Hij heeft niet voor niets zo hard gevochten om dit te bereiken.

In Nederland barst op dat moment de kritiek los. Een groot deel van het Nederlandse publiek vindt dat de Spelen moeten worden stopgezet. En als dat niet gebeurt, dienen de Nederlandse sporters zich terug te trekken. Er zijn wel vaker aanslagen geweest van Palestijnse groeperingen, maar deze vorm van terrorisme is buiten iedere proportie. Er wordt druk uitgeoefend op het Nederlands Olympisch Comité om met de ploeg terug te keren, maar het NOC laat de beslissing over aan de individuele sporters. Zes Nederlanders gaan vroegtijdig naar huis: de atleten Jos Hermens, en Wilma van Goolvan den Berg de hockeyers Flip van Lidt de Jeude en Paul Litjens, bokscoach Rienus Krüger en worstelaar Bert Kops. Eén atleet, Bram Wassenaar, trekt zich terug uit de competitie, maar blijft wel in het Olympisch dorp bij de ploeg. De rest van de Nederlandse vertegenwoordiging wacht met spanning af wat het IOC doet. De meesten vinden dat er in Nederland weinig begrip voor de situatie is. Ze wijzen erop dat juist de Israëli’s vinden dat de Spelen door moeten gaan. ‘Weggaan betekent dat je de Arabieren hun zin geeft,’ is het gevoel van de blijvers.

De trouwdag van Hennie Kuiper en Ine Nolten – 28 juni 1972 – wordt opgeluisterd door jeugdleden van de Oldenzaalse Wieler Club (OWC)

De trouwdag van Hennie Kuiper en Ine Nolten – 28 juni 1972 – wordt opgeluisterd door jeugdleden van de Oldenzaalse Wieler Club (OWC)

Bij de Meesterronde van Denekamp in 1972 staan vijf toekomstige Olympiërs aan het vertrek. Van links naar rechts: Hennie Kuiper, Henk Poppe, Fedor den Hertog, Ben Koken en Cees Priem

Bij de Meesterronde van Denekamp in 1972 staan vijf toekomstige Olympiërs aan het vertrek. Van links naar rechts: Hennie Kuiper, Henk Poppe, Fedor den Hertog, Ben Koken en Cees Priem

Bermtoerisme in München na de Olympische ploegentijdrit. Joop Middelink bevadert van links naar rechts: Fedor den Hertog, Aad van den Hoek, Cees Priem en Hennie Kuiper. Rechtsboven de Amerikaan Dennis Klopper, die handen spandiensten voor de ploeg verricht

Bermtoerisme in München na de Olympische ploegentijdrit. Joop Middelink bevadert van links naar rechts: Fedor den Hertog, Aad van den Hoek, Cees Priem en Hennie Kuiper. Rechtsboven de Amerikaan Dennis Klopper, die handen spandiensten voor de ploeg verricht

Hennie Kuiper is geen sprinter, maar een knokker. Puur op wilskracht troeft hij op 7 mei 1972 in de eindsprint van de Ronde van Oldenzaal bijna Arie Hassink af

Hennie Kuiper is geen sprinter, maar een knokker. Puur op wilskracht troeft hij op 7 mei 1972 in de eindsprint van de Ronde van Oldenzaal bijna Arie Hassink af

Het restant van de Nederlandse ploeg – na het afhaken van Aad van den Hoek – in slagorde op weg naar Olympisch brons. Cees Priem geeft gas, Fedor den Hertog en Hennie Kuiper bijten op de tanden. Rechtsachter een Olympische vrijwilliger in de typische München-outfit

Het restant van de Nederlandse ploeg – na het afhaken van Aad van den Hoek – in slagorde op weg naar Olympisch brons. Cees Priem geeft gas, Fedor den Hertog en Hennie Kuiper bijten op de tanden. Rechtsachter een Olympische vrijwilliger in de typische München-outfit

Het Olympisch brons is binnen. Joop Middelink moet eraan geloven. Van den Hoek, Priem, Den Hertog en Kuiper gaan de bondscoach een nat pak bezorgen. Fedor heeft de sproeikop van de douche al in de aanslag en glundert wanneer Middelink geen droge draad meer aan het lijf heeft

Het Olympisch brons is binnen. Joop Middelink moet eraan geloven. Van den Hoek, Priem, Den Hertog en Kuiper gaan de bondscoach een nat pak bezorgen. Fedor heeft de sproeikop van de douche al in de aanslag en glundert wanneer Middelink geen droge draad meer aan het lijf heeft

In de nacht van 4 op 5 september 1972 plegen terroristen van de Palestijnse beweging Zwarte September een aanslag op de Israëlische delegatie in München: elf Israëli’s en een Duitse agent vinden de dood. Hennie Kuiper en de overige wielrenners die nog in actie moeten komen worden goeddeels onwetend gehouden

In de nacht van 4 op 5 september 1972 plegen terroristen van de Palestijnse beweging Zwarte September een aanslag op de Israëlische delegatie in München: elf Israëli’s en een Duitse agent vinden de dood. Hennie Kuiper en de overige wielrenners die nog in actie moeten komen worden goeddeels onwetend gehouden

Zes weken na de Spelen van München 1972 – waar de equipe van de 100- kilometerploegentijdrit is gediskwalificeerd – krijgen Kuiper, Den Hertog, Priem en Van den Hoek van het Internationaal Olympisch Comité de oorkonde behorend bij Olympisch brons toegestuurd

Zes weken na de Spelen van München 1972 – waar de equipe van de 100- kilometerploegentijdrit is gediskwalificeerd – krijgen Kuiper, Den Hertog, Priem en Van den Hoek van het Internationaal Olympisch Comité de oorkonde behorend bij Olympisch brons toegestuurd