Een veelbewogen voorjaar

Belgen en critici afgetroefd met WK-titel

Een veelbewogen voorjaar

Raleigh begint het wielerjaar 1977 zoals gewoonlijk: met de Ronde van Andalusië. Evenals het jaar voordien eindigt Hennie op de tweede plek. Maar toch is er een groot verschil met de tweede plaats van 1976. Want in dat jaar is Gerrie Knetemann de triomfator; in het nieuwe seizoen gaat Didi Thurau hem vooraf. De Duitser wint – op de proloog en de laatste etappe na – alles in Andalusië. Post wordt gesterkt in zijn mening: Thurau moet zijn man worden; in tegenstelling tot zijn huidige kopman Hennie Kuiper, is Thurau een coureur met uitstraling en dankzij een vlijmscherpe eindsprint ook een winnaar.

Hennie rijdt een matig voorseizoen. Eén uitslag springt eruit: zijn derde plek in de Amstel Gold Race. Dat is – op papier – een prima resultaat, maar ploegbaas Peter Post ziet dat als een van de bitterste nederlagen uit de Raleigh-periode. Dat heeft alles te maken met het verloop van de boeiende finale van deze klassieker. Drie Nederlandse (wat een luxe…) coureurs kleuren die finale. Twee daarvan dragen de Raleigh-trui: Gerrie Knetemann en Hennie Kuiper. De derde is hun voormalige ploeggenoot Jan Raas. De Zeeuw is eind vorig jaar boos bij Post vertrokken. Hij kreeg èn niet de positie èn niet de financiële beloning waarop hij recht meende te hebben. Raas stapte over naar de Frisol-formatie van Piet Libregts en won tot ergernis van Post in de trui van die sponsor de prestigieuze Sint Jozefklassieker, Milaan-Sanremo.

Wanneer hij in de finale met twee Raleighs komt te zitten, rekent Post op een overwinning van zijn mannen. Kuiper mag dan als sprinter een ‘strijkijzer’ worden genoemd en Knetemann het in pure snelheid ook moeten afleggen tegen Raas; in de kilometers die het trio nog resten tot de finish moeten die twee gelouterde coureurs toch mans genoeg zijn om de eenzame Zeeuw te verschalken. Het moet gezegd: het duo zet alles op alles. Ze demarreren slag om slinger. ‘Kneet’ legt alles in een splijtende versnelling. ‘Kuip’, van nature niet zo explosief, gaat zo hard mogelijk aan. Knetemann probeert het weer, Kuiper opnieuw, enzovoorts, enzovoorts. Vijftien aanvallen krijgt Raas in totaal te verwerken: zes van Hennie, negen van Gerrie. Maar evenzovele malen toont Jan Raas dat hij de absolute klassiekerkoning is. Raas is meer dan ooit gebrand deze twee Raleigh-mannen te verslaan. Het is zijn ultieme wraak op de ploegleider, die niet genoeg vertrouwen in hem heeft gesteld. En hij slaagt. Tot grote woede van Post, die dat voorjaar nog zonder grote zege staat. Er komt kritiek van buitenaf. Post mikt te veel op Thurau, die de hoge verwachtingen nog niet waar kan maken. Maar Post wuift die kritiek weg. Hij wijst op de toptienplaatsen, die de Duitser na de Gold Race nog bijeen rijdt: achtste in Parijs-Roubaix, derde in Luik-Bastenaken-Luik. Zegt Post: ‘Een coureur als Didi moet de meeste kans krijgen. Ik heb steeds in zijn klasse geloofd. En al won hij zijn grote wedstrijd nog niet: ik blijf op hem bouwen.’

Henninger Turm

Post èn Thurau mikken vooral op een overwinning in de Duitse klassieker, Rund um den Henninger Turm, die zoals de traditie in die jaren wil, op 1 mei in Frankfurt wordt gereden. De Raleighs stemmen de koers op Thurau af, maar Gerrie Knetemann heeft lak aan de stalorders. Hij plaatst 38 kilometer voor de streep een vernietigende demarrage en blijft uit de greep van de achtervolgers. Thurau voelt zich gevangen. Hij mag niet achter een ploegmakker aan rijden. Voor hem rest, na een solo, slechts de tweede plek. De Duitser is diep teleurgesteld en laat dat ook duidelijk blijken.

Nog diezelfde avond wordt Didi benaderd door een vertegenwoordiger van de ploeg IJsboerke. Niet lang nadien tekent hij in het diepste geheim een meerjarig contract bij de Belgische sponsor. Hij neemt Bert Pronk als knecht en Ruud Bakker als verzorger mee. Het jaar nadien is Raleigh dat trio kwijt.

Post, die over een uitgebreid netwerk van informanten beschikt, wordt voor de Tour al op de hoogte gesteld van het aanstaande vertrek van Thurau. Hij houdt de informatie binnenskamers, hoopt eerst nog met de charismatische Duitser in de Tour te scoren, want zijn vertrouwen in de kwaliteiten van Thurau is nog ongebroken.

In de Amstel Gold Race van 1977 etaleren de Raleigh’s van Peter Post opnieuw hun overmacht. Hennie Kuiper beklimt de Keuteberg voor Eddy Merckx

In de Amstel Gold Race van 1977 etaleren de Raleigh’s van Peter Post opnieuw hun overmacht. Hennie Kuiper beklimt de Keuteberg voor Eddy Merckx

In de finale van de Gold Race houdt Post twee troeven over: Hennie Kuiper en Gerrie Knetemann (rechts). De gevaarlijkste man van het stel rijdt echter links van de weg en draagt het shirt van Frisol: Jan Raas

In de finale van de Gold Race houdt Post twee troeven over: Hennie Kuiper en Gerrie Knetemann (rechts). De gevaarlijkste man van het stel rijdt echter links van de weg en draagt het shirt van Frisol: Jan Raas

Knetemann en Kuiper proberen in de Gold Race Raas – om beurten – te slopen door te demarreren en Raas telkens het gat te laten dichten. Dat doet Raas: er is hem veel aan gelegen de Amstel op zijn naam te schrijven

Knetemann en Kuiper proberen in de Gold Race Raas – om beurten – te slopen door te demarreren en Raas telkens het gat te laten dichten. Dat doet Raas: er is hem veel aan gelegen de Amstel op zijn naam te schrijven

De spanning loopt op in de slotkilometers van de Amstel Gold Race. Raas probeert met handgebaren de motard van fotograaf Tonny Strouken op veilige afstand te houden

De spanning loopt op in de slotkilometers van de Amstel Gold Race. Raas probeert met handgebaren de motard van fotograaf Tonny Strouken op veilige afstand te houden

Peter Post heeft de smoor in wanneer Jan Raas in de sprint van de Amstel Gold Race Knetemann (links) en Kuiper er met gemak op legt

Peter Post heeft de smoor in wanneer Jan Raas in de sprint van de Amstel Gold Race Knetemann (links) en Kuiper er met gemak op legt

De podiumfoto in Frankfurt van Rund um den Henninger Turm is veelzeggend voor de verhoudingen in de TI-Raleigh-ploeg. Gerrie Knetemann wint na een solo. De kop van Didi Thurau staat op onweer. Nog diezelfde avond tekent hij in het geheim een contract bij IJsboerke

De podiumfoto in Frankfurt van Rund um den Henninger Turm is veelzeggend voor de verhoudingen in de TI-Raleigh-ploeg. Gerrie Knetemann wint na een solo. De kop van Didi Thurau staat op onweer. Nog diezelfde avond tekent hij in het geheim een contract bij IJsboerke

De Stimul-affaire

Buiten de derde plaats in de Gold Race kan Hennie dat voorjaar geen prestatielijstje overleggen, waarmee je indruk kunt maken. Twee factoren spelen daarbij een rol: hij wordt getroffen door een hardnekkige griep en… Kuipers naam wordt genoemd in een dopingaffaire. Doping is in het voorjaar van 1977 hèt item in de wielersport. In de laboratoria waar de urine van sporters wordt onderzocht, hebben laboranten al jaren eerder een stof aangetroffen, die zij niet kunnen determineren. Het is verdacht, maar ze kunnen er niet precies de vinger achter krijgen wat het nu precies is. Professor dr. Michel Debackere, een farmacoloog-toxicoloog, is directeur van de faculteit diergeneeskunde van de Universiteit van Gent. In zijn laboratorium worden de urinemonsters van topsporters gecontroleerd op het gebruik van verboden middelen.

Debackere heeft al een zekere faam opgebouwd. In 1974 slaagde hij erin het gebruik van Ritaline en Lidepran, twee populaire dopingpreparaten in het peloton, aan te tonen. Hij hield zijn ontdekking stil totdat de voorjaarskoersen aanbraken. In de Ronde van Vlaanderen viel Walter Godefroot als eerste door de mand. Hij zou nadien in de Waalse Pijl opnieuw worden betrapt op het gebruik van verboden middelen. Dat kwam hem te staan op een schorsing van vier maanden. Het blijkt de voorbode van een hele lijst met betrapten. De Nederlander Theo van der Leeuw (Amstel Gold Race), de Belgen Ronny De Witte en Wilfried David en de Fransman Raymond Delisle (Luik-Bastenaken-Luik) en de Belgen Eric Leman, Freddy Maertens en Joseph Bruyère (Ronde van België). Belgische wielersupporters reageerden woedend. Een schande vonden ze het dat de grote vedetten zo te kijk werden gesteld. ‘Op uw sterfbed zou u geen vergiffenis moeten krijgen voor al hetgeen u deed,’ schreef een supporter die kennelijk de weg kwijt was. Maar ouders van een jonge coureur lieten in een briefje weten: ‘Ga zo door, professor. Want het is erg met de doping. We zien er genoeg van.’

Dat was in 1974. Maar ondertussen bleef het Gentse laboratorium op zoek naar het andere preparaat dat – zo wezen de testen uit – ook veelvuldig gebruikt werd. In 1977 is het dan zover. ‘We hebben nu een waterdichte test, waarmee we het gebruik van Stimul wetenschappelijk kunnen aantonen,’ sprak Debackere. ‘En we gaan beginnen in de voorjaarskoersen, net zoals in 1974.’ Stimul is een product uit de amfetaminegroep en het kan volgens Debackere de gezondheid schaden. Tot 1974 willen laboratoria nogal eens de sporters op de hoogte stellen wanneer zij producten in de urine kunnen detecteren, zo van: ‘Pas op, gebruik dat of dat product niet meer, want dan ben je erbij.’ Debackere echter werkt in het geheim en verbiedt ook in 1977 zijn medewerkers het wielerpeloton op de hoogte te stellen.

Verbijsterend effect

Het effect is verbijsterend. Wanneer de resultaten bekend worden van de dopingcontroles in koersen als de Ronde van Vlaanderen, de Waalse Pijl en de Ronde van België, blijkt dat een groot aantal renners Stimul gebruikt. Het laboratorium in Gent heeft met de bekendmaking van de eerste positieve gevallen gewacht tot alle klassiekers voorbij zijn. De ‘vangst’ is – tot woede van het peloton – groot. Het zijn niet de minste renners die aan het kruis worden genageld: Eddy Merckx, Freddy Maertens (drie keer respectievelijk in de Ronde van Vlaanderen, de Waalse Pijl en de Ronde van België), Willy Teirlinck, Guy Sibille, Walter Planckaert, Michel Pollentier, Karel Rottiers, en ja, ook Hennie Kuiper.

Het is de eerste en naar later blijkt, de enige keer, in zijn carrière dat de naam van Hennie in verband wordt gebracht met dopinggebruik. Hij is totaal van slag wanneer hij een brief in de bus krijgt van de Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie, waarin staat dat hij positief heeft gereageerd bij een controle. Het nieuws – ‘Hennie Kuiper is positief’ – bereikt de buitenwereld. Tv-verslaggever Fred Racké meldt zich met een cameraploeg bij een koers in Zeeland. Hennie is totaal van slag wanneer hem een microfoon onder de neus wordt gehouden. De camera loopt, maar Hennie hakkelt, erger dan ooit tevoren. Voor een deel van het publiek valt hij van zijn voetstuk. Hennie? Hij ook al?

Kuiper zegt onschuldig te zijn. Hij wil een contra-expertise, hoopt dat de tweede urinestaal zal uitwijzen dat hem geen blaam treft. De Raleigh-kopman neemt een destijds gereputeerde deskundige in de arm die hem bij het tegenonderzoek begeleidt: professor Jacques van Rossum. En… de contra-expertise is negatief. Hennie Kuiper gaat vrijuit. Als enige in het rijtje.

Het voorval hakt er mentaal niettemin stevig in. Voeg daarbij de griep en het is duidelijk dat Hennie dat voorjaar ver van zijn optimale vorm verwijderd blijft. Gaandeweg het seizoen komt hij echter steeds beter in zijn vel te zitten. De fysieke (de naweeën van de griep) en de mentale (de perikelen rond de dopingcontrole) conditie verbetert. In de Ronde van Zwitserland is hij nog niet op het niveau van een jaar eerder, maar in de rit naar Bellinzona laat hij toch zien weer op de goede weg te zijn. Hij krijgt in een ontsnapping niemand minder mee dan zijn grote idool, Eddy Merckx. In de eindsprint is Kuiper uiteraard kansloos, maar het is niettemin een tweede plek die telt. Hij kijkt weer vooruit en is vastbesloten zich in de komende Tour de France minimaal op het podium te rijden.

De krantenkop laat niets aan duidelijkheid te wensen over wanneer zijn naam wordt gezuiverd van vermeende doping. ‘Kuiper gaat vrijuit’, kopt het Nieuwsblad van het Noorden

De krantenkop laat niets aan duidelijkheid te wensen over wanneer zijn naam wordt gezuiverd van vermeende doping. ‘Kuiper gaat vrijuit’, kopt het Nieuwsblad van het Noorden