Kuiper en Post, botsende karakters

Belgen en critici afgetroefd met WK-titel

Kuiper en Post: botsende karakters

Het afscheid van Frisol is er één zonder tranen. De sfeer binnen de ploeg is weliswaar gemoedelijk, ploegleider Piet Libregts is een menselijk type, maar hij is niet opgewassen tegen de wil van directeur Nico de Vries. Die blijft ondanks de successen van vooral Kuiper slechts één coureur zien: Fedor. Hij is bij de amateurs ook inderdaad ’s werelds beste, maar, zoals Hennie terecht zegt: ‘Later bij de beroepsrenners niet eerlijk naar zichzelf.’ De overgang naar die andere ploegleider, Peter Post, is aanvankelijk een periode van wederzijds aftasten. Kuiper en De Cauwer, die samen met zijn kopman de overgang naar Raleigh heeft gemaakt, kennen de verhalen over Post. Zij weten dat Post gek is op geld, maar ze hebben hun contracten op zak, dus is er wat dat betreft weinig reden tot zorgen.

De sfeer in de ploeg is een andere dan bij Frisol. Peter Post bouwt aan een equipe die niet een hoofdrol moet spelen in het peloton, maar dè hoofdrol. Daar hoort niet alleen een sterker keurkorps bij dan bij Frisol maar ook een andere sfeer. Haantjesgedrag is veel renners binnen de equipe niet vreemd. De Amsterdammers – Peter Post en Gerrie Knetemann – laten zich duidelijk horen; het laatste wat je van Gerben Karstens kunt zeggen, is dat hij een bescheiden type is. En de Zeeuwen – Jan Raas en Cees Priem – drukken door middel van hun vaak ruwe taalgebruik ook een duidelijk stempel op de ploeg. Dat past niet in Hennies woordenschat. Zo is Hennie niet opgevoed. Nog nooit is er een godslastering over zijn lippen gekomen. Hij ziet al heel snel dat Peter Post slechts met één plek tevreden is: de eerste. Al het andere beschouwt hij als mislukt. Post: ‘Tweede plaatsen tellen niet. Dat is niks, helemaal niks.’ Winnen, winnen en nog eens winnen. Dat eist hij van zijn coureurs, dat wil Post ook zelf. Winnen op alle gebied, tot in het absurde. Dat blijkt bijvoorbeeld wanneer de Raleighs vanuit een wedstrijd in Zuid-Spanje met een veerboot oversteken naar de Spaanse enclave Ceuta, in het noorden van Marokko, om daar een etappe te rijden. De renners doden de tijd met kaarten: eenentwintigen. Peter Post schuift ook aan en is meer dan wie ook belust op winst. Maar Hennie blijkt de grote uitblinker. Hij vraagt op het goede moment een kaart bij; stopt op het juiste ogenblik. Hij wint en wint en wint. Tot groeiende frustratie van de directeur-sportief. De veerboot ligt al aangemeerd, de passagiers wordt verzocht van boord te gaan, maar Post weigert te stoppen. Het kan toch niet zo zijn dat hij, de grote Peter Post, grootmeester in het kaartspel, verliest van Hennie! De grote baas van de Raleighploeg windt zich steeds meer op. Hij heeft een bloedhekel aan verliezen. Maar hij blijft verliezen. Spinnijdig stapt hij van boord. Zijn dag is verpest. Hennie is verbaasd: het is toch maar een spelletje? Peter Post kàn niet verliezen. Hennie relativeert: ‘Het heeft ook veel voordelen wanneer je zo’n karakter hebt.’

Tuk op geld

Hennie heeft in de beginmaanden bij Raleigh een topsoigneur in de persoon van Gust Naessens, een man die met ongeveer alle groten van de wielerwereld heeft gewerkt: van Coppi tot en met Merckx. Naessens leert de jonge ambitieuze Ruud Bakker de kneepjes van het vak. Hij werkt vooral met zijn ‘champion’, met Hennie, voor wie hij veel respect heeft. Al in die fase ervaart Kuiper hoe tuk Post is op geld. Weliswaar krijgt iedere coureur het basissalaris en de premies correct en op tijd uitbetaald, maar extra onkosten moeten de renners zelf ophoesten. Wil Hennie in het voorjaar van 1976 een extra trainingskamp? Dat kan, maar dan moet hij zelf voor de kosten opdraaien, vindt Post. ‘Je wilde dat toch zelf? Dan reken je dat ook zelf af.’ De ervaren rot Naessens is verbijsterd. Voor hem is dat mede een reden Post te verlaten, de man die hij van haver tot gort kent van de winterbaan. De ploegleider-Post blijkt een ander te zijn dan de renner-Post.

Kuiper is de drager van de regenboogtrui, maar manifesteert zich buiten de koers niet als zodanig, zoals hij dat eerder ook niet heeft gedaan na zijn Olympische titel. Hij is nog altijd de timide Tukker, die moeilijk uit zijn woorden kan komen. Nog een geluk dat zijn maatje, José De Cauwer, hem verbaal in bescherming neemt. Op de fiets echter laat Hennie de benen spreken. En die benen spreken duidelijke taal. Hij eindigt als tweede in de Ronde van Andalusië, achter ploeggenoot Knetemann. Hij is opnieuw tweede in de Omloop Het Volk, waar hij de Belgische criticasters, die in hem nog altijd geen ware wereldkampioen zien, de mond snoert door tijdens de koers de hoofdrol voor zich op te eisen. Kuiper krijgt bij zijn ontsnapping in de Omloop Het Volk Willem Peeters mee, maar die rijdt in dienst van kopman Frans Verbeeck en beperkt zich voornamelijk tot het achterwiel van de Nederlander. In het peloton achter hem koersen onder anderen Merckx en De Vlaeminck, die vooral oog voor elkaar hebben, maar toch ook weer niet zo dat ze tijdens deze koers hun remblokken verslijten, zoals Hennie het zelf uitdrukt. Hennie koerst in het voorjaar van 1976 overal in de frontlinie. Hij wil zijn trui laten zien, de bijtende kritiek van vooral de Belgen weerleggen. Hij geen waardig kampioen? Hij heeft al een imposante lijst bijeen gefietst: tweede in de etappewedstrijd Parijs-Nice, vijfde plaatsen in de Amstel Gold Race en in Luik-Bastenaken-Luik en vooral vierde in de koningsklassieker Parijs-Roubaix, waarin hij met erkende kasseienspecialisten als Roger De Vlaeminck, Francesco Moser en Marc Demeyer, het elitekwartet vormt dat richting de wielerbaan in Roubaix davert.

In de kelder van het hotel in de Spaanse stad Estepona aan de Costa del Sol bereidt Hennie Kuiper zich op de rollerbank voor op het seizoen 1976. Vooral voor Kuiper wordt het seizoen zwaar voorspelt ploegleider Post: ‘Hennie zal moeten aantonen dat de regenboogtrui geen toevalstreffer was’

In de kelder van het hotel in de Spaanse stad Estepona aan de Costa del Sol bereidt Hennie Kuiper zich op de rollerbank voor op het seizoen 1976. Vooral voor Kuiper wordt het seizoen zwaar voorspelt ploegleider Post: ‘Hennie zal moeten aantonen dat de regenboogtrui geen toevalstreffer was’

Het wegseizoen 1976 start voor Hennie Kuiper en de Raleighs op 8 februari 1976 in landelijk Estepona – zuidwestelijk van Marbella – met een trainingskamp voorafgaand aan de Ronde van Andalusië

Het wegseizoen 1976 start voor Hennie Kuiper en de Raleighs op 8 februari 1976 in landelijk Estepona – zuidwestelijk van Marbella – met een trainingskamp voorafgaand aan de Ronde van Andalusië

In de eerste grote koers van 1976 op Nederlandse bodem – de Amstel Gold Race – koerst Hennie Kuiper meteen attent, zoals hier achter de Belg Luc Leman

In de eerste grote koers van 1976 op Nederlandse bodem – de Amstel Gold Race – koerst Hennie Kuiper meteen attent, zoals hier achter de Belg Luc Leman

Parijs-Roubaix 1976 gaat de beslissende fase in. Francesco Moser trekt de gashendel open. Kuiper volgt. Roger De Vlaeminck in derde positie, gevolgd door Marc Demeyer

Parijs-Roubaix 1976 gaat de beslissende fase in. Francesco Moser trekt de gashendel open. Kuiper volgt. Roger De Vlaeminck in derde positie, gevolgd door Marc Demeyer

Vuelta

Na de klassiekers ligt het accent op de grote etappekoersen. Een jaar eerder blijkt al dat de Vuelta Hennie goed ligt. Tot kort voor het einde van deze prestigieuze rittenkoers is hij kandidaat voor de eindzege. Maar door materiaalpech wordt hij teruggeworpen in het klassement. In 1976 is de uitgangspositie voor Kuiper veel beter. Hij maakt deel uit van de Raleighploeg, die zich steeds nadrukkelijker manifesteert als een van de toonaangevende equipes in het peloton. Zijn Duitse ploeggenoot Didi Thurau, die meer en meer de ‘troetelrenner’ wordt van ploegleider Post, maakt grote indruk door niet alleen zeven dagen in de gele leiderstrui te koersen, maar ook al drie ritoverwinningen te behalen, voordat Hennie in rit 17 de koppositie in het klassement overneemt van de Portugees Joaquim Agostinho. Op de voorlaatste dag leidt de etappe via een vijf kilometer lange klim naar Santuario de Oro. Een groep van een kleine veertig renners, onder wie Kuiper en zijn ploegmaats Bert Pronk en Didi Thurau, begint aan de finale. Maar op het moment dat de weg echt begint te klimmen, overkomt Hennie hetzelfde als een jaar eerder: hij trapt zijn pignon stuk.

Didi Thurau wacht niet op zijn kopman en klassementsaanvoerder, maar rijdt stug door. ‘Hij reed zo langs mij heen.’ Bert Pronk geeft Kuiper zijn fiets. Maar het is niet Hennie’s maat. Op de top van de berg blijkt dat hij weliswaar geletruidrager blijft, maar dat zijn voorsprong geslonken is tot twee seconden. Met behulp van Thurau had hij het verlies wellicht kunnen beperken, maar de Duitser is vooral met zichzelf bezig. Wanneer Thurau dan ook nog eens de rit wint en zijn score op vier etappezeges brengt, is er geen ruimte voor kritiek. Daags nadien volgt de finale: een ochtendrit in lijn naar San Sebastian en een afsluitende tijdrit. Kuiper maakt zich nerveus en laat zich verleiden tot stommiteiten in de ochtendrit. Hij – de anti-sprinter – hoopt op de wielerbaan van San Sebastian, waar de eindstreep is getrokken, bonificatieseconden te kunnen sprokkelen om zijn positie in het klassement te verstevigen. Maar in het gedrang op de baan krijgt hij een kwak, vliegt met zijn rechterheup tegen de balustrade. De schade: een forse bloeduitstorting en geen tijd meer om te herstellen voor de afsluitende tijdrit waarin hij kansloos ten onder gaat. Voor het tweede achtereenvolgende jaar grijpt Kuiper naast de hoofdprijs in de Spaanse rondrit. Dat Didi Thurau via winst in de tijdrit zijn vijfde etappezege binnenhaalt, doet bij Post dan al de overtuiging groeien dat niet wereldkampioen Hennie Kuiper, maar de Duitser zijn grote troef is voor de toekomst. Hennie rijdt nadien nog één keer de Vuelta, in 1983, en eindigt daarin als vijfde, net voor de latere Tourwinnaar Laurent Fignon.

Rechts van de weg en in volle finale gaat Hennie Kuiper het proberen. Maar Roger De Vlaeminck loert uit zijn ooghoeken en ziet Kuiper komen. Ook de latere winnaar Marc Demeyer zit klaar om te counteren en Francesco Moser – in laatste wiel – laat zich evenmin door Kuiper verrassen

Rechts van de weg en in volle finale gaat Hennie Kuiper het proberen. Maar Roger De Vlaeminck loert uit zijn ooghoeken en ziet Kuiper komen. Ook de latere winnaar Marc Demeyer zit klaar om te counteren en Francesco Moser – in laatste wiel – laat zich evenmin door Kuiper verrassen

Machtsgreep in Zwitserland

Toch gloort er nog hoop op een hoofdrol voor Hennie in de Tour de France, wanneer hij in de laatste belangrijke etappewedstrijd voor de Franse ronde – de Ronde van Zwitserland – op indrukwekkende manier de concurrentie terugwijst. Het draait uit op een duel tussen Michel Pollentier, aanvoerder van de Flandria-ploeg en Hennie Kuiper, kopman van de TI-Raleigh-formatie. Kuiper legt de basis voor de eindzege op de Gaflei, de twaalf kilometer lange, loodzware klim bij Vaduz in het vorstendom Liechtenstein. Er moet in die laatste beklimming een hoogteverschil van 1000 meter worden overwonnen.

Kuiper gaat in de aanval, heeft tevoren afgesproken dat hij in de klim van fiets wil wisselen, om het laatste gedeelte met een lichter verzet te kunnen rijden. Het is er zo steil dat zijn ploeggenoot Didi Thurau halverwege de klim zijn fiets keert, naar beneden stuurt en vast besloten is de strijd te staken. Hij wordt staande gehouden door de Duitse wielerverslaggever Klaus Angermann. ‘Maar Didi, dat kun je niet maken. We zijn met een heel team hierheen gekomen om een reportage over jou te maken.’ De Duitser keert zijn fiets opnieuw en begint zuchtend en steunend alsnog aan de onmogelijke klim. Dat alles speelt zich ver achter Hennie af. Hij wenkt de ploegleiderswagen. Verzorger Ruud Bakker rijdt die dag met Post mee, pakt op de afgesproken plek de andere fiets van de auto, wisselt de fiets en duwt Hennie weer op gang. ‘Duwen, duwen, duwen,’ roep Hennie. En de lange blonde reus gooit al zijn kracht en gewicht in die opdracht. Op de top telt Kuiper 37 seconden voorsprong op de nummer twee, zijn ploegmaat Bert Pronk, maar beslissend voor het klassement is de 1.17 minuten winst op Michel Pollentier. Het is zijn eerste overwinning in het seizoen 1976. Het is tegelijkertijd ook een majestueuze zege, eentje die past bij zijn status van kampioen.

Hennie moet twee etappes later de trui nog wel afstaan, maar in de afsluitende tijdrit in Murten over 23,5 kilometer bouwt winnaar Pollentier te weinig marge op om de Twentse coureur van de eindzege af te houden. Hij is de eerste en tot nu toe enige Nederlander, die de altijd zware rondrit door het Zwitserse bergland op zijn palmares mag bijschrijven. André Romero, de onbekende Fransman die in de een-na-laatste rit nog aan de leiding stond, zakt door een matige tijdrit naar positie zes in het eindklassement.

De finale van Parijs-Roubaix 1976 wordt op het scherpst van de snede uitgevochten tussen – van links naar rechts – Marc Demeyer, Francesco Moser, Roger De Vlaeminck en Hennie Kuiper

De finale van Parijs-Roubaix 1976 wordt op het scherpst van de snede uitgevochten tussen – van links naar rechts – Marc Demeyer, Francesco Moser, Roger De Vlaeminck en Hennie Kuiper

Het is bepaald geen typisch Parijs-Roubaix weer tijdens de editie van 1976. Droogte zorgt voor grote wolken ‘mist’ van zand en stof. Wie heel goed kijkt, ziet achter Kuiper Freddy Maertens en Didi Thurau opdoemen

Het is bepaald geen typisch Parijs-Roubaix weer tijdens de editie van 1976. Droogte zorgt voor grote wolken ‘mist’ van zand en stof. Wie heel goed kijkt, ziet achter Kuiper Freddy Maertens en Didi Thurau opdoemen

Op 15 mei 1976 in de 18de etappe van de Ronde van Spanje gaat goudentruidrager Hennie Kuiper voorop in de dans op weg naar Santuario de Oro. Links achter Kuiper zit Luis Ocaña. Rechts achter hem de latere etappewinnaar Didi Thurau

Op 15 mei 1976 in de 18de etappe van de Ronde van Spanje gaat goudentruidrager Hennie Kuiper voorop in de dans op weg naar Santuario de Oro. Links achter Kuiper zit Luis Ocaña. Rechts achter hem de latere etappewinnaar Didi Thurau

Peter Post slaat een vaderlijke arm om de schouder van wereldkampioen Hennie Kuiper

Peter Post slaat een vaderlijke arm om de schouder van wereldkampioen Hennie Kuiper

Verzorger Ruud Bakker ontfermt zich over de heup van Hennie Kuiper, waar de restanten van enkele kwetsuren zichtbaar zijn

Verzorger Ruud Bakker ontfermt zich over de heup van Hennie Kuiper, waar de restanten van enkele kwetsuren zichtbaar zijn

Hennie Kuiper laat zich nadrukkelijk zien. Zelfs de fans van Eddy Merckx zijn gebiologeerd

Hennie Kuiper laat zich nadrukkelijk zien. Zelfs de fans van Eddy Merckx zijn gebiologeerd

Hennie Kuiper laat zich uitbollen in de vierde etappe van de Ronde van Zwitserland 1976, een rit over 108 kilometer naar Lenzerheide, die door Kuiper’s concurrent Michel Pollentier wordt gewonnen. Kuiper zal in de afsluitende tijdrit als enige Nederlander ooit de eindzege van de Tour de Suisse voor zich opeisen

Hennie Kuiper laat zich uitbollen in de vierde etappe van de Ronde van Zwitserland 1976, een rit over 108 kilometer naar Lenzerheide, die door Kuiper’s concurrent Michel Pollentier wordt gewonnen. Kuiper zal in de afsluitende tijdrit als enige Nederlander ooit de eindzege van de Tour de Suisse voor zich opeisen

Op 12 juni 1976 wint Hennie Kuiper in Vaduz, de hoofdstad van het vorstendom Liechtenstein, de derde etappe van de Ronde van Zwitserland en legt daarmee de basis voor de eindzege. Op het podium wordt hij gefeliciteerd door kroonprins Johannes Adam Ferdinand Alois Josef Maria Marko d’Aviano Pius (links, tegenwoordig vorst van Liechtenstein) en Sepp Vögeli, de koersdirecteur van de ‘vierde grote ronde’

Op 12 juni 1976 wint Hennie Kuiper in Vaduz, de hoofdstad van het vorstendom Liechtenstein, de derde etappe van de Ronde van Zwitserland en legt daarmee de basis voor de eindzege. Op het podium wordt hij gefeliciteerd door kroonprins Johannes Adam Ferdinand Alois Josef Maria Marko d’Aviano Pius (links, tegenwoordig vorst van Liechtenstein) en Sepp Vögeli, de koersdirecteur van de ‘vierde grote ronde’

Joop Zoetemelk, Hennie Kuiper en Jos Schipper beklimmen de Hulsberg tijdens het Nederlands kampioenschap van 1976 in Simpelveld. De Hulsberg zit niet minder dan 31 keer in het parcours… Kuiper is duidelijk klaar voor de Tour de France

Joop Zoetemelk, Hennie Kuiper en Jos Schipper beklimmen de Hulsberg tijdens het Nederlands kampioenschap van 1976 in Simpelveld. De Hulsberg zit niet minder dan 31 keer in het parcours… Kuiper is duidelijk klaar voor de Tour de France