Het onnodige verlies van Auch
Aan de vooravond van de Tour de France 1977 staat de rolverdeling vast. Kuiper is de kopman, Knetemann en Thurau krijgen een vrije rol. Karstens is wegkapitein. De overigen rijden in dienst van de ploeg. Cruciaal blijkt achteraf de proloog in Fleurance. Daarin verovert Posts grote favoriet Didi Thurau de gele trui. Het is de eerste gele trui voor Raleigh en die wordt gekoesterd als een kostbaar bezit, dat – als het even kan – enkele dagen in de ploeg moet blijven.
De eerste etappe leidt over niet al te lastig parcours naar Auch, richting Pyreneeën. Ook voor de niet-klimmers geen rit om je zorgen over te maken. Er ligt één klimmetje op weg naar de finish, de Col de Tournecoupe, maar de hoogte (283 meter) zal zelfs de grootste anti-klimmer niet van zijn nachtrust kunnen beroven. José De Cauwer, de altijd wakkere helft van de BV Kuiper-De Cauwer, ziet daar nog wel een probleem. De laatste kilometers van de etappe, zo heeft hij in het rondeboek gezien, voeren over een bochtig parcours en door nauwe straatjes. Zaak dus om voorin het peloton te blijven. ‘Dan is de kans dat je in de finale door een onverwachte valpartij tijd verliest, het kleinst,’ benadrukt De Cauwer. Hij drukt Hennie op het hart zich aan dat advies te houden. Wanneer het tempo in de finale wordt opgeschroefd, gaat alles nog goed, totdat De Cauwer ruim 15 kilometer voor de finish lek rijdt. Hij zal tijd verliezen, maar dat is geen ramp. Het klassement speelt voor hem als helper geen rol. Hij heeft zijn werk voor Hennie gedaan en kan rustig naar de finish rijden. De Cauwer krijgt een andere fiets en vervolgt zijn weg.
Allez Hennie: aan het wiel’
Ondertussen heeft ook de Portugees Joaquim Agostinho een lekke band gekregen. Hij is de kopman van de Flandria-formatie. De hele equipe wacht de Portugees op. De Cauwer kan zodoende aansluiten in de Flandria-trein die binnen de kortste keren het peloton binnen davert mèt De Cauwer. De Belg richt zich op en wie ziet hij dan achterin het peloton zitten? Hennie Kuiper. Wel verdomme. Hij heeft nog zo gewaarschuwd… Het is minder dan tien kilometer voor de finish. De Cauwer rijdt naar de kopman toe en zegt: ‘Allez Hennie, aan het wiel!’ Hennie mag dan al aan zijn vijfde seizoen als beroepsrenner bezig zijn, hij heeft nog altijd schrik van het onvermijdelijke wringen in het peloton. In dat opzicht blijft hij een angsthaas. De Cauwer werkt zich in het peloton naar voren, kijkt achterom, maar wie hij ook ziet: geen Kuiper. Verdorie, werkt hij zich uit de naad om de kopman naar voren te brengen, volgt de kopman niet.
De Cauwer laat zich afzakken en schreeuwt Hennie toe: ‘Vooruit en nu mee naar voren.’ En opnieuw werkt De Cauwer zich naar de spits van de groep in een poging zijn kopman af te leveren op de eerste rij. Maar weer verliest Kuiper het wiel van zijn helper. Het peloton is op drie kilometer van de streep. Het is om moedeloos van te worden. José is ziedend: ‘Zoek het nu lekker zelf uit. Ik heb genoeg mijn best gedaan.’ Een paar seconden later hoort De Cauwer: krrrakkk. Valpartij. Hij weet dat Kuiper achter die valpartij zit, dat hij tijd gaat verliezen… Na afloop gaat José tekeer. ‘Ik rijd mij het zuur uit mijn lijf om je terug te brengen en je bent er niet bij.’ De schade bedraagt 15 seconden. Hennie doet er heel luchtigjes over.
‘Ach, wat zijn 15 seconden. Straks in de bergen gooien ze met minuten.’ De Cauwers antwoord: ‘Maar je bent die seconden wel kwijt. Dat kan je nog lelijk opbreken.’ Het zullen later profetische woorden blijken. José is woedend. Eerst verliest Kuiper het wiel en dan komt hij ook nog eens met zo’n laconieke reactie. Hennie en José hebben nooit ruzie, zullen het later ook nooit meer krijgen, maar na dat incident spreekt De Cauwer drie dagen lang niet met Kuiper. Hij moet zijn gram kwijt en vooral de kopman duidelijk maken dat hij een catastrofale fout heeft gemaakt.
Hennie Kuiper verstaat zich na afloop van de koers met journalisten. Helemaal links – met sigaret – Hans Coolegem van Sijthoff Pers. Rechts van hem, met snor, Nino Tomadesso van het Limburgs Dagblad. Rechts van Kuiper, Leo van de Ruit van het ANP. En helemaal rechts Maarten Noppen van het Algemeen Dagblad