‘Der Didi’, de held

Drama en triomf op l’Alpe d’Huez

‘Der Didi’: de held

Aan de vooravond van de tweede etappe, wanneer het peloton de Pyreneeën in trekt, maakt Post duidelijk dat de verdediging van de gele trui van Didi Thurau voorrang heeft. In West-Duitsland is ‘der Didi’ op weg een held te worden. De voetbalnatie schaart zich steeds massaler voor het wielerscherm. Post volgt de ontwikkelingen met intens genoegen. De sponsorbazen van Tubes Investment in Nottingham laten de Amstelveense ploegleider weten dat ze de prestaties van de equipe in de begindagen van de Tour geweldig vinden. De ploegleider, die het altijd over ‘de firma’ heeft wanneer de sponsor ter sprake komt, wil zich vooral op Thurau richten. En de belangen van Hennie, de kopman? O, de Tour duurt nog lang. Hennie’s tijd komt nog wel.

De tweede rit van Auch naar Pau is meteen een serieuze bergetappe. Hij leidt over de Aspin, een berg van de tweede categorie, en vervolgens over de Col du Tourmalet (2113 meter hoog) en de Aubisque (1780 meter): twee loodzware beklimmingen van de eerste categorie. Op de Aspin handhaaft ook geletruidrager Thurau zich nog in de eerste groep, zij het dat de Duitser toch al diep moet gaan om het tempo te kunnen volgen. Maar wanneer direct na de afdaling de klim naar de top van de Tourmalet begint, raakt hij in moeilijkheden. Merckx heeft dan al moeten afhaken en op La Mongie moet ook Thurau lossen.

Hennie maakt op dat moment deel uit van een kopgroep, die snel uitdunt. Daarin bevinden zich uiteindelijk Ocaña, Kuiper, Zoetemelk, Thévenet, Van Impe, Laurent, Delisle, Aja, Galdos en Andiano. Het is een uitgelezen kans voor de koplopers om afstand te nemen van een fors aantal concurrenten. Maar de ploegdiscipline eist, dat er op Thurau – op de gele trui – wordt gewacht. Die trui moet worden verdedigd. Dat is de order van stalbaas Peter Post. De andere koplopers kijken elkaar aan. Als Kuiper niet op kop mag rijden, waarom zouden zij dat wel doen? Het is niet in het belang van Thurau wanneer de kopgroep verder van hem wegrijdt, maar voor Hennie ligt de situatie anders. Hij kan een goede zaak doen door zijn instinct te volgen en aan te vallen. Moet Kuiper überhaupt geen voorrang geven aan zijn persoonlijke ambities voor het algemeen klassement?

Gehoorzaam het gezag!

Menig toprenner zegt in zo’n geval: ‘Ik ga mijn eigen kansen niet opofferen voor iemand als Thurau, die de Tour toch niet kan winnen, omdat hij daar niet genoeg klimcapaciteiten voor heeft.’ Hennie niet: ‘Afspraak is voor mij afspraak.’ Hij heeft van jongs af aan geleerd het gezag te gehoorzamen en Peter Post vertegenwoordigt voor hem het gezag in deze Tour. ‘De Lange’ – zoals Post in het peloton genoemd wordt – hoeft Kuiper niet eens tot kalmte te manen; Hennie houdt uit eigen beweging de benen al stil.

Didi Thurau wordt mede door het werk van Kuiper weer teruggebracht in de spits van de wedstrijd. Hennie Kuiper – de kopman, een kandidaat-winnaar – in een knechtenrol. En tot overmaat van ramp wint diezelfde Thurau ook nog eens de etappe. Ongelooflijk. En des te meer ongelooflijk, omdat Kuiper een belangrijk aandeel heeft in die overwinning. Want na de Tourmalet wacht nog de Aubisque. In de afdaling van die berg demarreert de Fransman Charly Rouxel. Hij bouwt zijn voorsprong uit tot drie minuten en is op dat moment virtueel drager van de gele trui. De jacht op Rouxel wordt geleid door Hennie Kuiper. De trui van Thurau moet immers worden verdedigd. Ruimschoots voor de finish wordt Rouxel ingerekend.

Vooral dankzij de inspanningen van Kuiper. Maar het wordt nog gekker: Hennie trekt ook nog eens de sprint aan voor zijn ploeggenoot, die tegelijkertijd zijn concurrent is. Thurau wint de sprint en heeft de trui steviger om de schouders dan op het moment dat hij aan deze Pyreneeënrit begint. Vooral dankzij Hennie, die als kopman er beter aan gedaan zou hebben zuinig met zijn krachten om te springen. De glorie en de jubel is na afloop voor de egocentrische Thurau. Voor Kuiper is in deze situatie nauwelijks oog. Hij denkt niet aan zijn eigen lijfspreuk: ‘Wielrennen is eerst het bord van de tegenstander leegeten, voor je aan je eigen bord begint.’ Neen, Hennie soupeert al een stevige portie van zijn eigen bord alvorens zijn favoriete toernooiveld, de Alpen, in aantocht is.

‘Al te goed is buurmans gek,’ luidt het gezegde. Natuurlijk moet Hennie op dat moment kabaal maken. Natuurlijk moet hij niet alleen in naam, maar ook qua uitstraling de leider zijn. Hij weet dat. ‘Als je wilt winnen, moet je de steun en het enthousiasme van de ploeg afdwingen. Dat heb ik te weinig gedaan, ook omdat ik te weinig een leidersfiguur ben.’

Maakt de ploegleider geen fout door de kopman in te schakelen bij de verdediging van de trui? Tast hij niet het krachtenreservoir aan van zijn troef voor het klassement? ‘Dat is prima voor Hennie,’ verdedigt Post desgevraagd zijn beslissing. ‘Hij hoeft niets te doen, kan achteroverleunen, totdat we de Alpen intrekken.’ Quatsch natuurlijk. Want ook Hennie doet ruimschoots zijn werk bij het verdedigen van Thurau’s trui. Kuiper verzuimt andermaal met de vuist op tafel te slaan. Eens temeer blijkt: hij is geen leider. Peter Post duwt hem in een rol die niet bij een kopman past. Naar buiten toe verdedigt Post zich met de opmerking dat Kuiper diverse keren tekort is geschoten. Zo heeft hij onder meer in Parijs-Nice en in de Vuelta op het laatste moment de winst laten schieten. En al zijn daar dan weer allerlei verklaringen voor te vinden, hij wint niet en dat is het enige wat Post wil. Het is een ‘ramp’ voor Kuiper omdat nu nog nadrukkelijker de kaart Thurau wordt gespeeld. Achteraf zegt verzorger Ruud Bakker: ‘In die situatie moet je veel meer voor Kuipertje doen. Met hem kun je de Tour winnen.’ Ook Piet van Katwijk vindt dat minimaal een deel van de ploeg zich uitsluitend op Kuiper had moeten richten. ‘Als je zo’n sterke ploeg hebt, kan dat: een deel in dienst van Thurau, een ander deel dat zich vooral om Hennie bekommert.’

Henk Lubberding

Henk Lubberding debuteert in 1977 in het professionele wielermilieu. In de vroege voorjaarskoersen laat hij zien dat hij uit het goede hout is gesneden. José De Cauwer is de eerste helper van kopman Kuiper, maar wanneer de Vlaming om wat voor reden ook moet afhaken, is de Voorster boerenzoon de helper van dienst. Vooral wanneer het bergop gaat, heeft Lubberding – zelf ook met klimtalent gezegend – de taak Kuiper voorin de groep af te zetten. Hij wordt eropuit gestuurd in voorkomende gevallen bidons of regenjasjes te halen uit de ploegleiderswagen. Henk speelt het zo slim mogelijk. Wanneer de kopman het jasje niet meer nodig heeft, brengt Henk het niet terug, maar stopt het onder zijn shirt, zodat hij – wanneer er opnieuw een bui dreigt – niet opnieuw de slopende gang naar de ploegleiderswagen hoeft te maken.

Lubberding staat ook nu nog achter de beslissing van Post de gele trui van Thurau te verdedigen. ‘Je kunt dat wel fout noemen, maar dat is een wijsheid achteraf. Als je na drie weken Tour terugkijkt, vind je altijd wel momenten waarop je zegt: daar en daar hebben we een verkeerde beslissing genomen. Maar steeds weer is dat met de kennis van achteraf.’ De triomftocht van Thurau – en dus van Raleigh – duurt en duurt en duurt. Vijftien dagen lang rijdt ‘der Didi’ in het gouden erehabijt. Na de proloog wint hij nog in Pau (etappe 2), in Bordeaux (etappe 11b, een tijdrit), alvorens hij in rit 15 het geel verliest aan Thévenet. Nadien is hij ook nog ritwinnaar in Chamonix (etappe 16) en in Parijs (etappe 20a, een individuele tijdrit). Maar lang voordat de karavaan Parijs bereikt, staat de Duitse wonderboy al breeduit geëtaleerd in de massamedia, in Bild Zeitung en Stern. Dag-in-dag-uit pronkt hij op de Duitse tv. Post heeft zijn doel bereikt.

In het hooggebergte gaat Hennie Kuiper gemakkelijk met de besten omhoog. Van links naar rechts achter en naast Kuiper: Raymond Delisle, Lucien Van Impe en Julian Andiano

In het hooggebergte gaat Hennie Kuiper gemakkelijk met de besten omhoog. Van links naar rechts achter en naast Kuiper: Raymond Delisle, Lucien Van Impe en Julian Andiano

In de Tour-tijdrit naar Bordeaux op 5 juli 1977 eindigt Hennie Kuiper als zesde. Het digitale tijdperk is nog niet aangebroken

In de Tour-tijdrit naar Bordeaux op 5 juli 1977 eindigt Hennie Kuiper als zesde. Het digitale tijdperk is nog niet aangebroken

Op 6 juli, de dag dat het Tour-peloton in Bordeaux een dag rust wordt gegund, poseren Hennie Kuiper en Didi Thurau met de gele truien van Thurau. Het geel zit sinds de proloog strak om de schouders van de Duitse wonderboy. Pas na de klimtijdrit naar Avoriaz raakt Thurau de leiderstrui kwijt

Op 6 juli, de dag dat het Tour-peloton in Bordeaux een dag rust wordt gegund, poseren Hennie Kuiper en Didi Thurau met de gele truien van Thurau. Het geel zit sinds de proloog strak om de schouders van de Duitse wonderboy. Pas na de klimtijdrit naar Avoriaz raakt Thurau de leiderstrui kwijt

TI-Raleigh

In Engeland bij TI, de Britse moedermaatschappij van Raleigh, worden de champagneflessen op dat commerciële succes opengetrokken. Raleigh is in 1974 in de professionele wielersport gestapt om het merk Raleigh op het Europese vasteland te promoten. Elders in de wereld is Raleigh een begrip, maar in Europa is de fiets vrijwel uitsluitend in Groot-Brittannië bekend. Het besluit om de wielersport te sponsoren, valt weliswaar al in het begin van de twintigste eeuw, maar die sponsoring blijft voornamelijk beperkt tot de baanwielrennerij. Grootste naam in dat tijdperk is veelvuldig wereldkampioen sprint (1949, 1950, 1951 en 1954) Reg Harris. Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw staat Raleigh op het vasteland bekend als een nogal prijzig, stijlvol rijwiel. Maar TI wil meer. Het vizier is niet alleen op de lage landen – Nederland en België – gericht maar met name ook op Duitsland en Frankrijk. De West-Duitse coureur Didi Thurau is derhalve uitermate belangrijk.

Wanneer de Tourkaravaan op Quatorze Juillet – 14 juli, de nationale feestdag in Frankrijk – een rustdag heeft ingelast in Freiburg is het één groot feest in de hoofdstad van het Zwarte Woud. Niet vanwege de Fransen, maar vanwege ‘der Didi’, de ‘Blonde Engel’, zoals Bild Zeitung hem heeft gedoopt. De TI-Raleigh-formatie logeert In de Wasserstrasse in het Cityhotel. Op de rustdag staat een grote schare supporters voor het hotel, die de naam van hun held scanderen: ‘Di-Di, Di-Di.’ Post geniet. Hij heeft het goed gezien, vindt hij, door alles op Thurau te zetten

Post houdt van flyers, van types zoals eerst Schuiten en nu Thurau. Ze zijn goed gebouwd, hebben uitstraling en charme. En ja, het is waar, wanneer je ze op de fiets bestudeert, dan is het alsof je Mozart hoort spelen, of Bach of Brahms. Het is hemels. Thurau heeft een jaloersmakende pedaaltred; hij is geen ‘stoemper’, maar een artiest op de fiets. Zet daar Hennie tegenover. Natuurlijk: hij vertedert. Hij mag dan klein van gestalte zijn, hij ziet er met zijn rode konen altijd supergezond uit. ‘Bellefleur’ wordt hij genoemd, of ‘Kuipertje’ en soms ‘Goudkuipje’. Hij is een onversaagde aanvaller. En dat maakt dat hij niet alleen in Nederland, maar ook daarbuiten ongekend populair wordt. Wie houdt er nu niet van Hennie Kuiper? Peter Post wellicht niet, maar de Amstelvener is verstandig genoeg om dat naar buiten toe niet te laten merken. Voor zichzelf heeft de ploegbaas andere helden. Op de fiets heeft Hennie immers niets van een flyer. Hij is een zwoeger, een werker, die weliswaar altijd gas kan geven, maar die niet sierlijk is. Een coureur die bovendien scheef op de fiets zit. De sierlijkheid en de uitstraling van Thurau, zie je bij Hennie niet terug. Hennie is een coureur die bovendien – anders dan Thurau – moeilijk uit zijn woorden kan komen. ‘Met mannen als Schuiten en vooral Thurau kon hij uitpakken. Met Hennie niet, hoewel die wèl wereldkampioen is geworden,’ zegt José De Cauwer.

Te goedaardig

Mecanicien Paul Soetekouw heeft Hennie Kuiper jarenlang gevolgd. ‘Als renner iemand met geweldig veel karakter; als mens te goedaardig voor de professionals. Ik ben nooit iemand tegengekomen die zo’n wilskracht heeft als Hennie. Altijd maar doorgaan. Maar voor een topsporter is hij te aardig.’ Soetekouw heeft weinig waardering voor de houding van Post in die dagen. ‘Sommigen proberen Kuiper in de maling te nemen. Vooral Post doet dat. Doorgaans doet hij dat achter Hennie’s rug om. Wanneer hij met zijn ploegleiderswagen achter Hennie rijdt, zegt hij; “Kijk, daar rijdt die Kuiper met zijn scheve kont.” En ja het is zo; Hennie zit scheef op de fiets. Maar wat geeft dat? Hij rijdt toch goed? Hij is aardig en heeft alles voor een ander over. Maar ja, Post heeft maar een groot idool: Thurau.’

De Vlaamse mecanicien Gilbert Cattoir, die zes jaar later een belangrijke rol speelt bij Kuipers heroïsche overwinning in Parijs-Roubaix, onderschrijft de visie van collega Soetekouw, maar begrijpt dat Peter Post gruwt van Kuipers stijl. ‘Het was geen schoon gezicht hem te zien fietsen, scheef op zijn fiets, de knie iets naar buiten. Maar hij kwam wel vooruit. En heel hard ook. Door die houding, drukte hij zijn zadel altijd scheef.

Na iedere koers moest je het zadel van Hennie recht zetten. Maar wat geeft dat. Voor mannen als Hennie doe je iets extra’s. Je loopt de velo nog eens extra na, je zorgt dat de banden perfect op spanning staan en je duwt en sjouwt tot je erbij neervalt, zoals in het geval van Hennie in die prachtige Parijs-Roubaix.’

Pédaleur de charme

Thurau doet uiterlijk nog het meest denken aan de Zwitserse Tourwinnaar van 1951, Hugo Koblet, bijgenaamd ‘Mooie Hugo’, of nog vaker: ‘Pédaleur de Charme’. Altijd gesoigneerd, steeds een doekje bij de hand om het transpiratievocht van het voorhoofd te wissen en immer een zakkammetje in de achterzak om perfect gekapt op het erepodium te kunnen verschijnen. De held van het vrouwelijk wielerpubliek.

Post zwijmelt bij de gedachte aan Thurau. Bij Hennie heeft hij dat nooit. Het is zelfs zo erg dat hij Kuiper zelden of nooit een schouderklopje geeft. Ieder mens heeft daar af en toe behoefte aan. Hennie krijgt het niet hoeveel hij ook voor de ploeg betekent. De houding van Post in die dagen is niet zozeer anti-Kuiper, maar pro-Thurau. Hij wordt daarin gesterkt door de enthousiaste reacties die hij van zijn Britse sponsor krijgt. De Amstelveense ploegleider koestert de stille hoop dat zijn oogappel Didi toch met de beteren over de Alpencols kan komen. Pas wanneer dat mislukt, verlegt hij het accent weer naar Hennie Kuiper. De karavaan is op dat moment in Morzine aangekomen, waar Thurau in een bergtijdrit uit de trui wordt gereden door het Franse idool Bernard Thévenet. De dag nadien, in Chamonix behaalt Thurau, dankzij voorbereidend werk van – alweer – Hennie weliswaar zijn vierde ritzege, maar het is duidelijk dat er, met de beslissende cols voor de wielen, nog maar vier kandidaten zijn voor de eindzege: Thévenet, Van Impe, Zoetemelk en Kuiper.

Twee weken lang heeft de Tour ‘op slot’ gezeten. Op het moment dat Thurau in de proloog de gele trui verovert, heeft Peter Post – baas van de TI-Raleigh-formatie – maar één doel voor ogen: maximaal publiciteit maken via Didi Thurau, de charmante jeune premier van de Duitse natie. En dus wordt de wedstrijd vanaf dat moment lam gelegd. Er wordt uitsluitend verdedigd, iedere aanval wordt in de kiem gesmoord. Het team van Raleigh is sterk genoeg om het peloton zijn wil op te leggen. Het maakt de 64ste editie van ’s werelds grootste wielerwedstrijd voor niet-betrokken toeschouwers tot een weinig opwindend gebeuren. De objectieve wielerliefhebber beleeft er niet echt veel plezier aan, tenzij het chauvinistische aanhangers betreft van Bernard (Thévenet), van Lucien (Van Impe), van Didi (Thurau), van Joop (Zoetemelk) of van Hennie (Kuiper). Vooral die laatste – Kuiper – mag zich verheugen in een almaar uitdijende supportersschare. Hennie groeit uit tot de held van Nederland en dat doet Post beseffen dat hij zijn kopman niet helemaal moet vergeten. Maar vooralsnog geldt de aandacht van Post in de eerste veertien dagen bijna uitsluitend Thurau. De Raleighs schieten in de eerste veertien dagen op alles wat beweegt. En zolang Thurau in de trui zit, blijft de rood-gele brigade schieten. Maar nu hij onttroond is en Post beseft dat het sprookje van de klimmer Thurau niet bestaat, is het woord aan mannen die zich in het hooggebergte thuis voelen, onder wie zijn eigen kopman Hennie Kuiper.

Met een handdoek van Ruud Bakker ontdoet Hennie Kuiper zich na een zware bergrit van het zweet des aanschijns

Met een handdoek van Ruud Bakker ontdoet Hennie Kuiper zich na een zware bergrit van het zweet des aanschijns