Van Blonde tot Gevallen Engel

Drama en triomf op l’Alpe d’Huez

Van Blonde tot Gevallen Engel

Voor Didi Thurau is 1977 het hoogtepunt van zijn carrière. Hij heeft in datzelfde jaar de wereldtitel voor het grijpen, maar op het parcours van het Venezolaanse San Cristóbal verkoopt hij de titel voor een zak geld aan de Italiaan Francesco Moser. Een domme, kortzichtige manoeuvre van de op geld beluste Duitser. Wat is er gebeurd? De bazen van zijn toekomstige sponsor IJsboerke vonden dat een regenboogtrui weliswaar mooi is, maar te weinig ruimte laat voor reclameteksten van de sponsor. Vandaar dat hij onderweg door de sponsor wordt ingeseind. Hij mag de titel verkopen aan Moser. Zo luidt tenminste het verhaal dat onmiddellijk na het WK de ronde doet. Maar het is meer dan een loos gerucht. Francesco Moser heeft toch al de reputatie de ritselaar bij uitstek te zijn. In 1976, bij het baantoernooi dat in die jaren voorafging aan de titeltoernooien op de weg betaalde de Moser in de finale van het WK achtervolging in Ostuni Roy Schuiten een fors bedrag om de regenboogtrui te mogen aantrekken. Schuiten heeft dat naderhand ook bevestigd.

Hennie maakt in tropisch San Cristóbal een sterke indruk. Weliswaar bereikt hij niet het erepodium, maar met de vierde plek achter het duo Moser-Thurau en de Italiaan Franco Bitossi, laat Kuiper eens temeer zien dat hij ook in zware eendagswedstrijden tot de absolute top behoort. In de trui van IJsboerke, zijn sponsor na de Raleigh-jaren, presteert Didi Thurau – die in de Duitse pers de ‘Blonde Engel’ wordt genoemd – aanvankelijk nog redelijk goed, al bereikt hij nimmer meer het hoge niveau uit de tijd dat hij voor de Raleigh-formatie van Peter Post heeft gereden. Thurau wint nog wel het Kampioenschap van Zürich (1978), Luik-Bastenaken-Luik (1979), de Ronde van Duitsland (1979), etappes in de Ronde van Italië (1978) en in de Ronde van Frankrijk (1979) en behaalt de tweede plaats achter Jan Raas op het WK in Valkenburg (1979). Maar nadien wordt de oogst met het jaar schraler. Voor een coureur van zijn klasse bouwt hij een teleurstellend beperkte palmares op.

Dopingaffaires

Vanaf 1980 valt hij vooral op door dopingaffaires. Insiders verbazen zich daar niet over. Hij is nog maar amper een jaar bij Raleigh of hij toont Jules De Wever, de assistent-ploegleider van Peter Post, een klein koffertje. ‘Mein Geheimnis,’ zegt het jonge talent. De Wever deinst verschrikt achteruit als hij de inhoud ziet. ‘Keurig op rij gerangschikt een reeks ampullen. Daarnaast een aantal injectienaalden.’ De Wever tijdens een interview in 2004: ‘Die Thurau was helemaal verkeerd bezig. Ik heb geprobeerd hem van die rotzooi af te helpen. Maar of dat gelukt is…’

In zijn Raleigh-tijd wordt Thurau nimmer betrapt. Maar vanaf 1980 wordt hij vier keer positief bevonden. In 1987 kruisen de wegen van Thurau en Kuiper elkaar opnieuw bij de Roland-Skala-ploeg. Didi en Hennie zijn – tien jaar na die voor hen beiden zo succesvolle Tour de France van 1977 – overduidelijk over hun hoogtepunt heen. Hun zonen hebben bijna dezelfde naam. De Björn van Didi treedt, in tegenstelling tot de Bjorn van Hennie, als wielrenner nog wel in de voetsporen van zijn vader, maar zal geen potten breken. Elke verdere vergelijking tussen Thurau en Kuiper gaat volledig mank, vooral privé. Thurau is succesvol op de winterbanen, waar glamour en show belangrijker zijn dan sportieve prestaties. Het past meer bij Thurau dan het harde labeur op de weg. De showwereld, waarin hij zijn Porsches en Ferrari’s kan etaleren, waar hij zich vertoont in bontjassen en nerveus gesneden maatkostuums, voelt hij zich op zijn gemak. De baandirecties, vooral die in Duitsland, vechten om zijn handtekening onder de lucratieve contracten die ze hem voorleggen. Een enkele keer loopt het uit de hand, zoals bij de Zesdaagse van Dortmund in 1982 waarin hij op de vuist gaat met de organisator en uit de koers wordt gezet, maar over het algemeen is ‘der Didi’ een graag geziene gast op de pistes. Hij incasseert bedragen tot 50.000 mark voor zes dagen rondcirkelen op de houten ovalen.

De twee azen van Peter Post in de formatie van De Firma, TI-Raleigh: Didi Thurau en Hennie Kuiper. Peter Post heeft vooral oog voor Thurau

De twee azen van Peter Post in de formatie van De Firma, TI-Raleigh: Didi Thurau en Hennie Kuiper. Peter Post heeft vooral oog voor Thurau

Hennie Kuiper stapt in de Tour van 1977 na afloop van een etappe in de ploegleiderswagen van Peter Post.

Hennie Kuiper stapt in de Tour van 1977 na afloop van een etappe in de ploegleiderswagen van Peter Post.

Voor de start van Rund um den Henninger Turm dromt het publiek in Frankfurt samen om een glimp op te vangen van de Duitse Raleigh-held Didi Thurau

Voor de start van Rund um den Henninger Turm dromt het publiek in Frankfurt samen om een glimp op te vangen van de Duitse Raleigh-held Didi Thurau

Fortuin

Negenentwintig keer wordt hij als winnaar gehuldigd van zo’n evenement van show en sport. Dat het allemaal niet bevorderlijk is voor de voorbereiding op het wegseizoen, deert hem niet. In het winterseizoen 1981-1982 sluit hij maar liefst zes Zesdaagse contracten. Het levert hem een fortuin op, maar de voorbereiding op de weg komt daardoor in de knel. Het langdurige verblijf in bedompte, van bier doordrenkte en rokerige sportpaleizen schaadt de conditie. En dat blijkt zodra hij zich op de weg waagt. Hij is onhandelbaar, wisselt even gemakkelijk van ploeg als van overhemd. Hij heeft tal van conflicten. In 1985 raakt hij slaags met een official in de Tour de France. Hij wordt uit de ronde gezet. Zijn erelijst groeit amper meer. De vijfde plaats in de Giro van 1983 en in 1987 een etappezege in de Ronde van Zwitserland – in de tijdrit tussen Bazel en Birsfelden – vormen de schaarse hoogtepunten in wedstrijden van enig belang. Hij rijdt bij zijn laatste succes, de tijdrit in de Ronde van Zwitserland, in de trui van de Belgische Skala-formatie, waarvan ook Hennie Kuiper deel uitmaakt. Het zijn de laatste wapenfeiten van Thurau in de jaren tachtig.

Nadien verwordt de ‘Blonde Engel’ steeds meer tot de ‘Gevallen Engel’, zoals het Belgische blad Cyclo Sprint in 2012 laat weten. Hij draagt – tussen 10 oktober 1974 wanneer Peter Post hem op het WK in Montreal contracteert voor zijn Raleigh-formatie en zijn laatste wielerjaar in 1989 – de truien van maar liefst dertien verschillende sponsors. In 1982 verslijt hij in één jaar zelfs drie verschillende sponsors. Bij Kotter wordt hij in het voorjaar ontslagen vanwege zijn zwakke prestaties. Hoonved huurt Thurau in voor twee maanden. Hij krijgt alleen een vervolgcontract als hij in de Tour goed presteert, maar Thurau beëindigt de Tour niet. Tenslotte neemt Toshiba hem in augustus in dienst voor de laatste vijf maanden van het jaar. In zijn laatste seizoen, 1989, laat geldschieter Brügelmann Thurau nog anoniem rondrijden. Der Didi heeft geen ploegmaats. Hij is eenzaam en alleen. Het is illustratief voor zijn definitieve neergang.

EEN OVERZICHT VAN THUREAU’S PLOEGEN

1974-1977 TI-Raleigh
1978-1979 IJsboerke
1980 Puch-Sem
1981 Kotter-GBC
1982 Kotter-Bibione (tot 30-04)
1982 Hoonved-Bottecchia (van 01-05 tot 31-07)
1982 Toshiba (vanaf 01-08)
1983 Del Tongo-Colnago
1984 Portas-Didi Thurau
1985 Portas-Didi Thurau (tot 31-01)
1985 Hitachi-Sunair-Splendor (vanaf 01-02)
1986 Supermercati Brianzoli
1987 Roland-Skala (tot 31-10)
1987 Panasonic-Isostar (vanaf 11-11)
1988 Panasonic-Isostar

Ook na zijn carrière blijft ‘der Didi’ een ‘Gevallen Engel’. Hij komt regelmatig in aanraking met justitie. Nu eens raakt hij diep in de schulden door dubieuze praktijken van zijn vastgoedfirma, dan weer krijgt hij een boete van 10.000 Duitse marken, omdat hij met hoge snelheid een eenrichtingsstraat van de foute kant in raast of wordt hij tot een gevangenisstraf van zes maanden veroordeeld wegens het vervalsen van een bouwvergunning. Dat hij boetes krijgt voor het schoppen van een hond en het slaan van een vrouw past in het patroon van de ‘Gevallen Engel’.

Het morele dieptepunt is zijn veroordeling wegens verduistering van de sociale uitkering voor zijn invalide vader. In totaal steekt de voormalige wielervedette een bedrag van 49.000 mark in eigen zak, bedoeld voor zijn vader. Thurau senior was ooit zijn vurigste supporter. Hij heeft Didi op de racefiets gezet, maar van enige vorm van respect of dankbaarheid van de zoon jegens zijn vader is later geen sprake. Integendeel. Wanneer vader Helmut Thurau bij een ongeval met de fiets een dwarslaesie oploopt, krijgt hij een uitkering om de verpleging te kunnen betalen.

Het geld wordt overgemaakt aan zoon Didi, omdat die mobiel is en het geld zal beheren. Maar Didi draagt niets af aan zijn vader, die ondanks een reeks telefoontjes, geen cent meer ontvangt van zijn zoon. Elf maanden wacht Thurau senior tevergeefs. Dan schakelt hij een advocaat in, die een aanklacht indient tegen junior.

Wanneer de zaak voor het gerecht komt, laat Didi verstek gaan. ‘Ik ben ingesneeuwd in Zwitserland,’ laat hij de rechtbank weten. De rechter trapt er niet in. Vader Helmut Thurau senior heeft een rekening voor zoonlief Didi: 49.000 euro. De rechter legt de zondaar een boete op van 39.900 euro.

Of hij van dit alles heeft geleerd, valt te betwijfelen. Didi Thurau blijft een hoogst onbetrouwbare egoïst. Hij zegt in 2017 zijn medewerking toe aan een uitzending van het tv-programma Andere Tijden Sport rond Hennie Kuiper: ‘De verloren Tour van 1977’. Maar op de dag van de opname meldt hij zich enkele uren voor de afspraak af. Ondanks verwoede pogingen van de documentairemakers Bas Steman en Wiep Idzenga om contact te leggen, laat hij niets meer van zich horen. Dat is in grote tegenstelling met Hennie Kuiper die zich altijd aan zijn woord heeft gehouden. Er is – gelukkig – een wereld van verschil tussen de ‘Gevallen Engel’ en Hennie Kuiper – door verzorger Ruud Bakker ‘Bellefleur’ genoemd – vanwege zijn altijd blozende wangen. Peter Post heeft in 1977 een in alle opzichten foute keus gemaakt door de kaart-Thurau te spelen.

Onderscheiding

Hennie Kuiper wordt op 6 januari 1978, vooral vanwege zijn prestaties op l’Alpe d’Huez, gekroond tot Nederlands Sportman van het jaar 1977. Hij is blij met de onderscheiding en de trofee die daarbij hoort, de Jaap Edentrofee, maar hij vindt dat hij die bekroning al eerder had moeten krijgen: in 1975 om precies te zijn. Hij is dat jaar nationaal kampioen veldrijden, verovert de nationale titel op de weg en behaalt in Yvoir de wereldtitel. ‘Voor mij was het aan het eind van dat seizoen een grote teleurstelling dat ik niet gekozen werd tot Sportman van het jaar.’

Die titel wordt begin 1976 namelijk in de Singer concertzaal in Laren toebedeeld aan atleet Jos Hermens. In het boek De ontdekking van Dafne laat Hermens zich tegenover auteur Kees Sluys nogal laatdunkend uit: ‘Ik weet nog wel dat Hennie Kuiper daar boos over is geworden. Die had dat jaar geloof ik een paar klassiekers gewonnen.’

Begin 1978 krijgt Hennie Kuiper van de AVRO (‘Bij de AVRO zit je goed’) de Jaap Eden Trofee. Die onderscheiding komt hem met recht toe als Sportman van het jaar 1977

Begin 1978 krijgt Hennie Kuiper van de AVRO (‘Bij de AVRO zit je goed’) de Jaap Eden Trofee. Die onderscheiding komt hem met recht toe als Sportman van het jaar 1977

Hennie Kuiper maakt een sanitaire noodstop. De eigenaar van de witte Mercedes fixeert zijn blik op fotograaf Hans Heus

Hennie Kuiper maakt een sanitaire noodstop. De eigenaar van de witte Mercedes fixeert zijn blik op fotograaf Hans Heus