Het vertrek bij TI-Raleigh

Met en in de Franse slag

‘OORLOG IS IN MIJN OGEN HET MEEST ONNOZELE DAT BESTAAT, MAAR IK HEB WEL OORLOGEN UITGEVOCHTEN MET MIJN BENEN’

Het vertrek bij TI-Raleigh

Wielerminnend Nederland kijkt verwachtingsvol uit naar het seizoen 1978 en vooral naar de Tour de France, die in Leiden van start gaat. Op alle fronten speelt de ploeg van Peter Post inmiddels een hoofdrol. In tactisch opzicht is de directeur-sportief echter niet het grote meesterbrein zoals hij het zelf doet voorkomen. Dat is in eerste instantie Jan Raas of – bij diens afwezigheid – Gerrie Knetemann.

Qua organisatie is Post echter onovertroffen. Alles klopt in de ploeg. De renners zien er keurig gesoigneerd uit. Een levensgroot verschil met de jaren zestig, waarin veel Europese wielerteams – met uitzondering van de Italianen – vaak uiterst povertjes waren gekleed, waarin ze dikwijls logeerden in smoezelige derderangs hotelletjes en waarin het veel renners aan tafelmanieren ontbrak. Peter Post veranderde het imago van de wielersport en bouwde vanaf de prille start van de Raleigh-ploeg aan een strak geleide organisatie, waarmee je voor de dag kunt komen. Op aanraden van Johan Cruijff steekt Post zijn renners in modieuze zwartleren jacks. Hij trekt ook goede vakmensen aan. In Jan Legrand heeft hij een ware materiaaltovenaar, die iedere winter in de Raleigh-fabriek in Nottingham werkt aan verbeteringen en in Ruud Bakker een verzorger waar je van op aan kunt. De Raleigh-organisatie staat als een huis.

Afscheid van Raleigh

Bij de start van deze Tour de France in Leiden, weet Hennie al dat hij aan het eind van het seizoen Raleigh gaat verlaten. Twee jaar eerder laat hij zich door Peter Post nog overdonderen bij de contractbesprekingen en tekent voor twee seizoenen. Samen met zijn ‘vennoot’, José De Cauwer, neemt hij daar het besluit dat na die twee jaar de deur achter de succesvolle ploeg wordt gesloten. Toch aarzelt Hennie aanvankelijk. ‘Je kunt wel weg willen, maar je moet ook ergens terecht kunnen.’ Maar hij voelt zich niet happy en dat komt vooral door ploegleider Post die keer op keer de prestaties van zijn belangrijkste klassementsrenner onderwaardeert. Neen, als Kuiper de kans krijgt, is hij weg.

Tijdens de Dauphiné Libéré krijgt Kuiper bezoek van Peugeot-baas Maurice De Muer, die hem graag in de ploeg wil hebben. Hennie reageert enthousiast. De Muer heeft immers al in drie Tours een winnaar in de ploeg gehad. Luis Ocaña in 1973 en Bernard Thévenet in 1975 en 1977. Voor de Fransen is de Tour altijd het hoofddoel. Dat geldt voor Hennie ook. Hij krijgt de positie van mede-kopman aangeboden, leider naast Thévenet. Dat is niet zonder reden. De Muer heeft geconstateerd dat Thévenet over zijn hoogtepunt heen is. Hij heeft binnen de Franse landsgrenzen naar een opvolger gezocht, maar niemand gevonden die de capaciteiten heeft in de voetsporen van Thévenet te treden. Die jonge ster aan het wielerfirmament, Bernard Hinault, had hij graag ingelijfd, maar die heeft een contract getekend bij ploegleider Cyrille Guimard. Daarom heeft hij gesnuffeld bij buitenlandse formaties. Via het geruchtencircuit heeft hij gehoord dat bij Raleigh de verstandhouding tussen kopman en ploegleider niet optimaal is. En Hennie Kuiper wordt ook in de Franse pers geprezen als een echte aanvaller, die bovendien een potentiële Tourwinnaar is. Vandaar dat hij contact zoekt met Kuiper.

De besprekingen verlopen van beide kanten vlot. De Muer biedt een basissalaris dat meer dan het dubbele bedraagt van hetgeen Kuiper bij Raleigh ontvangt: anderhalve ton in guldens. Zet dat af tegen de 72.000 gulden van Raleigh en iedereen zal begrijpen dat Hennie zich meer erkend voelt in de beloning die De Muer hem in het vooruitzicht stelt, dan wat Post hem betaalt.

Hennie blijft super-correct. Hij is, ondanks alle wrijving met zijn ploegleider niet naar Post gestapt met de mededeling ‘Ik vertrek’, neen, Hennie wil Post de kans geven een tegenbod uit te brengen. Hennie kan echter praten wat hij wil, Post weet van geen wijken, wil nog geen dubbeltje méér betalen. De Amstelvener wil graag weten welke ploeg hem het aanbod heeft gedaan. Hennie houdt wat dat betreft zijn lippen stijf op elkaar. ‘Als ik kennelijk zoveel waard ben bij een andere ploeg, dan kan Raleigh mij dat toch ook betalen?’ Hij krijgt slechts ten antwoord: ‘Hennie, je weet niet wat je gaat missen wanneer je bij ons weggaat. Je verdient buiten je contract zoveel extra via overwinningspremies, dat ga je elders niet verdienen.’

De Raleighs nemen het heft in handen in Omloop Het Volk van 1978. Hennie Kuiper zet zich aan kop van het pak. Helemaal links van de weg rijdt Michel Pollentier. Rechts achter Hennie Kuiper zit Gerrie Knetemann, die op zijn beurt wordt geflankeerd door Gerben Karstens. Voor die twee pedaleert Ludo Delcroix

De Raleighs nemen het heft in handen in Omloop Het Volk van 1978. Hennie Kuiper zet zich aan kop van het pak. Helemaal links van de weg rijdt Michel Pollentier. Rechts achter Hennie Kuiper zit Gerrie Knetemann, die op zijn beurt wordt geflankeerd door Gerben Karstens. Voor die twee pedaleert Ludo Delcroix

Pas op 25 kilometer voor het einde worden negen koplopers in Omloop Het Volk van 1978 teruggegrepen. Hennie Kuiper en Eric Van de Wiele proberen zich eerder in koers aan de greep van de zeven andere ontsnapten te ontworstelen

Pas op 25 kilometer voor het einde worden negen koplopers in Omloop Het Volk van 1978 teruggegrepen. Hennie Kuiper en Eric Van de Wiele proberen zich eerder in koers aan de greep van de zeven andere ontsnapten te ontworstelen

Schouderklopje

Kuiper voelt zich eens temeer miskend. Post wil hem bij lange na niet betalen wat hij werkelijk waard is. De Amstelveense ploegleider had de Twentse renner nooit erg hoog zitten. José De Cauwer heeft dat de voorbije jaren dikwijls genoeg gezien. ‘Achter Hennie’s rug om maakte hij nogal eens een wegwerpgebaar wanneer de naam Kuiper viel. En Hennie, die dat wel voelt, gaat dan nog harder werken. Hij wil keer op keer bewijzen dat hij het wèl kan. Hij laat dat ook zien met resultaten. Maar de beloning, het schouderklopje, blijft uit. Hennie hunkert naar zo’n klein menselijk gebaar. Het komt niet, er is geen chemie tussen ploegbaas en kopman.’

Overigens ook niet tussen Post en Hennie’s maatje, De Cauwer. ‘Hij heeft mij in al die jaren nooit een compliment gegeven. En ik heb niet alleen voor Hennie gewerkt, ook voor de ploeg.’ In de Tour is de derde man in de etappe belangrijk voor de score in het ploegenklassement. Het wil nogal eens gebeuren dat De Cauwer op heuvelachtige parcoursen die derde man is. Dan heeft hij eerst knechtenwerk gedaan en rijdt hij in de finale nog eens alles uit zijn lijf om zo snel mogelijk binnen te komen vanwege het dagploegenklassement. ‘Je hoort alleen maar: “Allez, allez!” Word ik gelost door de groep, dan ziet Post mij niet staan. De enige die waardering laat blijken, is Jan Legrand, die achterin de ploegleiderswagen zit. Die steekt zijn duim omhoog, wanneer hij langs rijdt. Met zo’n gebaar kan ik weer een tijdje vooruit.’

Post volgt de plagerijen aan tafel, waar Hennie nogal eens het mikpunt is. Henk Lubberding vindt het gênant, die pesterijen. In zijn eerste jaar als beroepsrenner – 1977 – wordt de boerenzoon uit het Gelderse Voorst met die situatie geconfronteerd. ‘Ik had soms echt met Kuipertje te doen. Dan was er wat geouwehoer aan tafel, wilde Hennie iets zeggen en schreeuwde Karstens: ‘Ja godverdomme Kuiper, zeg het maar k…k…k… Zogenaamd grappig doen ten koste van anderen. Het was wel gekscherend bedoeld, maar je zult maar in de positie van Kuipertje zitten. Is het gezellig aan tafel, iedereen doet zijn woordje, Hennie wil ook meedoen, maar blijft haken en dan wordt er zoiets overheen gegooid. Dat komt hard binnen.’

Hennie zelf voelde dat heel anders. ‘Die plagerijen heb ik echt niet als zodanig ervaren. In stilte kon ik zelfs genieten van de acts die iedereen persoonlijk opvoerde.’ Zijn credo luidt: het wielerpeloton is een samenleving in het klein, waarin allerlei exoten hun plaats vinden. Lubberding is terecht hard in zijn veroordeling van de pestkoppen: ‘Bij Karstens gaat het in die dagen ten koste van anderen. Leo van Vliet heeft er ook een handje van. Het is de kunst om humor te maken, zonder dat je er iemand mee beschadigt, want daar krenk je de ander mee. En Hennie Kuiper is er heel gevoelig voor.’ Hennie zelf zegt: ‘Ik liet het van mij afglijden.’

Het betrekkelijk lage salaris bij Raleigh, het gebrek aan waardering van Post en vooral het gebrek aan steun in zijn poging de Tour te winnen; het zijn allemaal factoren, die Hennie doen besluiten om het aanbod van De Muer te aanvaarden. Dat laatste, die Tour winnen, denkt hij met De Muer te kunnen realiseren. ‘Zijn manier van werken sprak mij aan,’ zegt Hennie. ‘In 1975 toen Thévenet Merckx uit de trui reed, predikte De Muer de dag nadien meteen weer de aanval. En daardoor is Merckx definitief verslagen. Dat is een goede tactiek van De Muer geweest.’ Hij denkt terug aan de tactische plannen van Post. ‘Rijd ik naar de ploegleiderswagen toe en krijg ik als antwoord: “Doe maar wat.” Wat heb je daar nu aan. Dus er was helemaal geen tactisch plan.’ Peter Post doet er in de weken die hem scheiden van de start van de Tour alles aan om erachter te komen, bij welke ploeg Hennie het volgend jaar zal rijden. De naastbetrokkenen zwijgen allemaal als het graf, tot grote frustratie van Post die er altijd prat op gaat alles als eerste te weten. Hij zet Kuiper geweldig onder druk.

Ook in Luik-Bastenaken-Luik van 1977 sneeuwt het. Weliswaar niet zo hevig als in 1980, maar Hennie Kuiper zal de koers niet uitrijden. De winnaar van 1977 is overigens wel dezelfde als in 1980: Bernard Hinault. Hier zit Kuiper in de beklimming van de Stockeu in het wiel van de Italiaan Francesco Moser

Ook in Luik-Bastenaken-Luik van 1977 sneeuwt het. Weliswaar niet zo hevig als in 1980, maar Hennie Kuiper zal de koers niet uitrijden. De winnaar van 1977 is overigens wel dezelfde als in 1980: Bernard Hinault. Hier zit Kuiper in de beklimming van de Stockeu in het wiel van de Italiaan Francesco Moser

Dreigement

Op de dag voor het nationaal kampioenschap, de wedstrijd die traditioneel een week voor de Tour wordt verreden, logeert de Raleigh-formatie in hotel Mercure in het Limburgse Born. Post is nog steeds woedend op Kuiper en laat hem dat ook merken. Hij dreigt: ‘Ik laat je thuis. Je mag niet mee naar de Tour.’ Maar Hennie beseft heel goed dat Post bluft. ‘Het is bangmakerij. Ik ben zijn beste klassementsrenner en de nummer twee van de vorige Tour. Ik ken hem: hij kan héééééél kwaad worden als hij zijn zin niet krijgt.

In de Tour de France is er een gewapende vrede tussen Peter Post en Hennie Kuiper. Post begrijpt donders goed dat hij voorzichtig moet zijn met de Twentse renner. Hij is sinds de Tour van ‘77 immers een nationaal idool. En die moet je toch met de nodige voorzichtigheid benaderen, wil je niet het hele publiek tegen je krijgen. De ploeg rijgt dat seizoen de overwinningen aaneen. Jan Raas is de onbetwiste klassiekerkoning en de grote tacticus van de ploeg, Gerrie Knetemann de kandidaat voor tijdritten en kleinere ronden en Hennie Kuiper is de Raleigh-troef voor het grote werk, de Tour de France. Die mannen worden omringd door helpers die zelf ook tot een hoofdrol in staat zijn: coureurs als de winnaar van de Ronde van Zwitserland (de Belg Paul Wellens), als Henk Lubberding en als Johan van der Velde, winnaar van de Ronde van Romandië. In de Raleigh-formatie zijn er drie kopmannen die over een ‘persoonlijk assistent’ beschikken: Kuiper met De Cauwer, Raas met Priem en Knetemann met Van den Hoek. Deze koppels plus Wellens, Van der Velde en Lubberding vormen het hart van de Post-ploeg.

In de Tour van 1978 gaan ze bijna allemaal mee. Alleen neo-prof Johan van der Velde moet nog een jaartje wachten en Priem wordt vervangen door Wilfried Wesemael in wie Raas een minstens even toegewijde helper heeft. Gerben Karstens en de Duitser Klaus-Peter Thaler completeren de formatie die op eigen grondgebied op 29 juni in de 65ste Tour de France van start gaat. Het begint in Leiden met een proloog. Er is direct veel spektakel. Wanneer na afloop het klassement wordt opgemaakt, blijken vier Nederlanders de ranglijst aan te voeren. Achter winnaar Jan Raas prijken Gerrie Knetemann, Joop Zoetemelk en Hennie Kuiper.

Te veel Oranje

Dat is wel erg veel Oranje moet Tourdirecteur Félix Lévitan hebben gedacht. De regen heeft ervoor gezorgd dat niet alle renners onder exact gelijke omstandigheden kunnen rijden. Maar waar zijn de omstandigheden wel precies gelijk? Lévitan grijpt die regen aan als argument om wel de uitslag te respecteren, maar noch de gele trui uit te reiken, noch de tijden mee te laten tellen voor het klassement. Tot woede van de organisatie in Leiden; tot frustratie van de coureurs. Jan Raas is buiten zinnen. Woedend: ‘Morgen wint er maar één iemand: ik.’ Hennie Kuiper weet heel zeker dat er iets heel anders dan de wisselende weersomstandigheden schuilt achter de beslissing van de Tourdirecteur. ‘Het had allemaal te maken met de hoofdsponsor, Peugeot. De winnaar van de laatste Tour, mag de gele trui dragen in de openingsrit. Door de proloog niet mee te tellen, mocht Peugeotrenner Bernard Thévenet de eerste dag in het geel door Nederland rijden. Hij kreeg alle camera’s op zich gericht. Zo kwam Peugeot mooi in de publiciteit.’ Dat duurt zegge en schrijve één dag. Want in de eerste etappe haalt Jan Raas in een vernietigende sprint zijn gram. Het geel dat hij daarna mag dragen, beschouwt hij als zijn wraak op Lévitan.

De Nederlandse coureurs hebben tussen Leiden en etappeplaats Sint Willebrord kunnen ervaren hoezeer de populariteit van de wielersport in eigen land is gegroeid. Hennie Kuiper denkt er nog met zichtbaar genoegen aan terug. ‘Overal spandoeken, voortdurend aanmoedigingen, spandoeken met mijn naam erop.’

Kuipertje,’ is buitengewoon geliefd. Hij wordt continu tot het groepje kanshebbers gerekend: het nieuwe Franse talent Bernard Hinault, de Belg Lucien Van Impe, Joop Zoetemelk die ook nu weer voor een Franse sponsor koerst en Hennie Kuiper, dankzij zijn ontembare aanvalslust de meest populaire Nederlandse coureur. Langs de route hoort hij talloze malen zijn naam scanderen. Hij geniet met volle teugen. Tien jaar terug een anonieme Tukker; nu een nationale held.

Kippenvel,’ zegt hij zelf

De held wankelt voor het grote publiek op zijn voetstuk wanneer hij in de Pyreneeën en op de Puy-de-Dôme minuten verspeelt op zijn drie grootste concurrenten: Hinault, Zoetemelk en Pollentier. Toch begint het allemaal veelbelovend. De ploeg heeft al drie ritzeges behaald (twee keer Raas, een keer Thaler) voordat in de vierde etappe een monstrueuze ploegentijdrit op het programma staat. Een alles vergende rit van niet minder dan 153 kilometer. Het wordt een adembenemend gevecht tussen de Raleigh-formatie en de ploeg van C&A, waarin Van Impe en Bruyère de hoofdrol spelen. Zeven tellen bedraagt na 153 kilometer het verschil. In het voordeel van Raleigh.

Stralend poseert Hennie Kuiper in de groene trui van de Ronde van Romandië, dat met grote TDR-initialen op zijn linkerborst zichtbaar is

Stralend poseert Hennie Kuiper in de groene trui van de Ronde van Romandië, dat met grote TDR-initialen op zijn linkerborst zichtbaar is

Een tafereel ontdaan van iedere luxe. Een blind paar kan geen kwaad doen in de hotelkamer van Hennie Kuiper. Tijdens de Ronde van Romandië wordt de klassementsleider verzorgd door 'Dikke Jos' Janssens

Een tafereel ontdaan van iedere luxe. Een blind paar kan geen kwaad doen in de hotelkamer van Hennie Kuiper. Tijdens de Ronde van Romandië wordt de klassementsleider verzorgd door 'Dikke Jos' Janssens

In het Critérium du Dauphiné Libéré 1978 mag Hennie Kuiper op 29 mei na de proloog over 8 kilometer in Thonon-les-Bains de gele leiderstrui aantrekken

In het Critérium du Dauphiné Libéré 1978 mag Hennie Kuiper op 29 mei na de proloog over 8 kilometer in Thonon-les-Bains de gele leiderstrui aantrekken

Hennie Kuiper raast door Leiden, waar in 1978 de proloog van de Tour de France is gesitueerd. Bij Kuiper zijn de straatstenen droog. De latere hevige regenval is voor Tour-baas Félix Lévitan aanleiding de proloog voor het klassement te schrappen

Hennie Kuiper raast door Leiden, waar in 1978 de proloog van de Tour de France is gesitueerd. Bij Kuiper zijn de straatstenen droog. De latere hevige regenval is voor Tour-baas Félix Lévitan aanleiding de proloog voor het klassement te schrappen

Op de tweede dag van de Tour de France 1978 haalt Jan Raas zijn gram. Nadat Lévitan de uitslag van de proloog (met Raas als winnaar) voor het klassement heeft geschrapt, grijpt de Zeeuw alsnog het geel in Sint Willebrord, finishplaats van de eerste etappe A. Gerrie Knetemann en Hennie Kuiper delen in de feestvreugde over de gele trui

Op de tweede dag van de Tour de France 1978 haalt Jan Raas zijn gram. Nadat Lévitan de uitslag van de proloog (met Raas als winnaar) voor het klassement heeft geschrapt, grijpt de Zeeuw alsnog het geel in Sint Willebrord, finishplaats van de eerste etappe A. Gerrie Knetemann en Hennie Kuiper delen in de feestvreugde over de gele trui

Rennersstaking

De Tour is door die ongekend lange ploegentijdrit al een bijzondere editie. Maar door een rennersstaking komt de Ronde van Frankrijk 1978 in het rijtje van historische Tours. Er wordt al dagen gemord in het peloton. De renners zijn het beu om na de etappes voortdurend grote afstanden te moeten overbruggen om bij een volgende startplaats te komen. Renners, mecaniciens en verzorgers komen niet meer aan hun rust toe. Op drie wedstrijddagen worden er twee etappes gereden. Dat is voordelig voor de Tourorganisatie want op die manier zijn er meer inkomsten uit start- en aankomstplaatsen. Gerben Karstens is de initiator van een staking en hij krijgt in de twaalfde etappe van Tarbes naar Valence-d’Agen het peloton mee. De renners besluiten tot een wandeletappe; rijden in toeristentempo over de breedte van de weg. In de finishplaats stappen de renners af en wandelen onder aanvoering van Bernard Hinault te voet over de eindstreep. Ook Hennie Kuiper staat op de eerste rij. Een ongekend protest dat er uiteindelijk wel toe leidt dat de directie voortaan rekening houdt met de wensen van de renners.

Het Raleigh-specialisme waarvoor het hart van ploegleider Peter Post open gaat. De vierde etappe van Evreux naar Caen over 153 (!) kilometer is een prooi voor de TI-Raleigh-ploeg. In Caen komen zes Raleighs winnend binnen (van links naar rechts): Gerrie Knetemann, Wilfried Wesemael, Henk Lubberding, Hennie Kuiper, Klaus Peter Thaler en José De Cauwer

Het Raleigh-specialisme waarvoor het hart van ploegleider Peter Post open gaat. De vierde etappe van Evreux naar Caen over 153 (!) kilometer is een prooi voor de TI-Raleigh-ploeg. In Caen komen zes Raleighs winnend binnen (van links naar rechts): Gerrie Knetemann, Wilfried Wesemael, Henk Lubberding, Hennie Kuiper, Klaus Peter Thaler en José De Cauwer

Wanneer Bernard Hinault in de Tour de France van 1978 in Valence d’Agen een protestactie van de renners tegen het moordende etappeschema orkestreert, meldt zich ook Hennie Kuiper op de eerste rij. In het midden van het peloton maant Gerben Karstens Kuiper tot rust: laat Hinault maar het voortouw nemen als stakingsleider, dan heeft de actie de meeste impact. Rechts van Hinault staan Freddy Maertens en Gerrie Knetemann opgesteld. Tussen Karstens en Hinault in de witte trui: Henk Lubberding

Wanneer Bernard Hinault in de Tour de France van 1978 in Valence d’Agen een protestactie van de renners tegen het moordende etappeschema orkestreert, meldt zich ook Hennie Kuiper op de eerste rij. In het midden van het peloton maant Gerben Karstens Kuiper tot rust: laat Hinault maar het voortouw nemen als stakingsleider, dan heeft de actie de meeste impact. Rechts van Hinault staan Freddy Maertens en Gerrie Knetemann opgesteld. Tussen Karstens en Hinault in de witte trui: Henk Lubberding

De bergachtige Tourrit tussen Biarritz en Pau in 1978 wordt winnend afgesloten door Henk Lubberding, die in deze fase van de strijd echter moet passen voor dit illustere gezelschap. Van links naar rechts: Michel Pollentier, Joaquim Agostinho, Hennie Kuiper, klassementsleider Joseph Bruyère, Joop Zoetemelk en Bernard Hinault

De bergachtige Tourrit tussen Biarritz en Pau in 1978 wordt winnend afgesloten door Henk Lubberding, die in deze fase van de strijd echter moet passen voor dit illustere gezelschap. Van links naar rechts: Michel Pollentier, Joaquim Agostinho, Hennie Kuiper, klassementsleider Joseph Bruyère, Joop Zoetemelk en Bernard Hinault

In de dertiende Touretappe naar Super Besse proeven Hennie Kuiper, Bernard Hinault en Joop Zoetemelk elkaars nieren

In de dertiende Touretappe naar Super Besse proeven Hennie Kuiper, Bernard Hinault en Joop Zoetemelk elkaars nieren

Een loodzware dag in de Tour van 1978. De individuele klimtijdrit die op 14 juli – de Franse nationale feestdag – gepland staat, gaat over 52 kilometer en voert naar de top van de Puy-deDôme, de grootste vulkaan van de Auvergne. Hennie Kuiper – in topvorm – bedwingt de klimkilometers op een ‘gewone’ fiets

Een loodzware dag in de Tour van 1978. De individuele klimtijdrit die op 14 juli – de Franse nationale feestdag – gepland staat, gaat over 52 kilometer en voert naar de top van de Puy-deDôme, de grootste vulkaan van de Auvergne. Hennie Kuiper – in topvorm – bedwingt de klimkilometers op een ‘gewone’ fiets

Voor aanvang van de dertiende etappe in de Tour van 1978 verplaatst het peloton zich per trein van Toulouse naar Figeac. Peter Post en Hennie Kuiper ontbijten samen, maar Kuiper bestudeert toch ook geconcentreerd het routeschema van de dag

Voor aanvang van de dertiende etappe in de Tour van 1978 verplaatst het peloton zich per trein van Toulouse naar Figeac. Peter Post en Hennie Kuiper ontbijten samen, maar Kuiper bestudeert toch ook geconcentreerd het routeschema van de dag

Hennie Kuiper is ongemeen sterk in de Tour de France van 1978. De familie steekt hem in de Alpen een welgemeend hart onder de riem: ‘Hup Hennie / Grote Kampioen / Ga het vandaag nog eens doen.’ Rechts kalkt zus Maria Hennie’s naam op de weg. Midden op de weg nichtje Miriam. Links de neefjes van Hennie, Anton en Ronald Kuiper

Hennie Kuiper is ongemeen sterk in de Tour de France van 1978. De familie steekt hem in de Alpen een welgemeend hart onder de riem: ‘Hup Hennie / Grote Kampioen / Ga het vandaag nog eens doen.’ Rechts kalkt zus Maria Hennie’s naam op de weg. Midden op de weg nichtje Miriam. Links de neefjes van Hennie, Anton en Ronald Kuiper